DE POELAU TOEDJOEH

IN HET

ZUIDELIJK GEDEELTE DER CHINEES CHE ZEE

DOOR

A. L. VAN HASSELT en H. J. E. F. SCHWARTZ.

(Met illustraties en kaarten).

( Vervolg).

De eilanden tusschen de twee Anambas-groepen — wij zullen den naam waaronder zij bij ons bekend zijn, behouden — die in kleine groepen of eenzaam, in grilligen rotsvorm of wollig geboscht het watervlak tooien, zijn hoog en de grootere bergachtig, doch nagenoeg alle onbewoond.

De baai van Terempa, op onze zeekaarten Tupenierbaai genoemd, die zeer diep is, levert, aan alle kanten behalve in het noordwesten tegen den wind beschermd, eene goede ankerplaats op. Ze is besloten tusschen de Goenoeng Ajer Padang aan de oost-, de Goenoeng Tamboes aan de zuid-, en de Goenoeng Palioeng aan de westzijde, die steil uit de diepte oprijzen en wier voet, door rotsgevaarten omzoomd, slechts op weinige plaatsen, het meest achter in de baai, een smal zandstrand vrijlaat. Van onze ligplaats, ongeveer in het midden van de baai, genoten wij van den schoonen aanblik op het omliggende land.

Heerlijk, zeggen wij den heer E. Netscher na1) steken

i) Togtjes in het gebied van Riouw en Onderhoorigheden. Tijdschr. v. Ind. T.-, L.- en Vk. XIV, bl. 1—23.