thans, al is die ruim 7 jaren oud, doch men weet dat in zulk een tijdverloop de toestand op het platteland al zeer weinig verandering ondergaat, de groote toeneming der bevolking bepaalt zich toch hoofdzakelijk tot de steden en vlekken en voor deze maakte ik gebruik van de zorgvuldige ontleding door Dr. H. medegedeeld, althans op een paar kleine uitzonderingen na.
Mocht deze arbeid genade vinden in de oogen der nieuwe redactie van dit Tijdschrift, d. w. z. ter opneming waardig gekeurd, dan strekke hij ter aansporing van anderen om spoedig tot eene volkomen juiste voorstelling te geraken.
Naschrift. Voor de enkelen die naar aanleiding van dit geschrijf nog eens de vroegere jaargangen zouden willen naslaan, met name de in 1891 opgenomen en hier boven vermelde Tabel, breng ik mijn daarbij gevoegde Noot in herinnering „dat in zulk een uitvoerig cijferwerk „wel eene enkele reken- of drukfout kan zijn ingeslopen", en werkelijk is mij dit ook sedert gebleken: de gemiddelde bevolking per 100 H. A. in de provincie Groningen is niet 112 maar 116; — die der stad Dokkum 14480; — die der stad Leeuwarden 1885;— die van de gemeente Borger 54; — die van het stadje Blokzijl 10000; — die van de stad Brielle 1832; — die van de stad Gorinchem 972; — die van de gemeente Kappelle a. d. IJsel 213; — en die van de gemeente Vlist 46.
Door deze mededeeling heb ik mijn auteurs-geweten gerustgesteld, al is het ook vrij laat.
K.