Daar ik nu eenmaal «sterk" in deze zaken heet te zijn, ben ik aan mijne reputatie verplicht, dit betoog omver te stooten. Laat ons zien.

Vooreerst verwonderen me eenige dingen: dat Tc, die de bronnen voor 't grijpen heeft, zoo hij de feiten niet reeds weet, niet rept van het oordeel der Oosten rij ksche geografen, die, voor zooverre ik weet, alle eenstemmig zijn; dat hij geen onderzoek doet naar een moeras bij genoemde stad, wat toch wel een vereischte mag heeten; dat hij, die inderdaad niet sterk is in deze dingen, zoo maar bruch in bruch verandert, alsof de Hoogduitsche slot-cA niet de vaste vertegenwoordiger van onze h wasj dat hij maar klakkeloos aanneemt, dat in Tirol eene "brug" Brüche heet, omdat dit de Duitsche naam is, wat gelijk staat met de bewering, dat men niet langer moet zeggen Reitdiep, maar Rietdiep, omdat „riet" het Nederlandsche woord is.

Laat ons beginnen met wat de Oostenrijksche geografen zeggen, allereerst wat Prof. Umlaüft, m. i. in deze zaken eene eerste autoriteit, in zijne « Oester reichischUngarische Monarchie mededeelt over Innsbruclc.

"Innsbruclc (zie p. 774) heet in het Latijn Oeni pons (alzoo «brug over de

Inn") Reeds de Romeinen herkenden het gewicht van dit punt en stichtten

Veldidena op de plaats van het tegenwoordige Wilten. Van daar ging de Romeinsche weg over de Inn langs het dorp Hötting. Daar, waar nu de kerk van Hötting staat, verhief zich een Romeinsch kasteel. Onder de graven van Andechs ontstond er op de enge ruimte tusschen het Höttinger kasteel en den linkeroever eene nederzitting als verzamelplaats der kooplieden aan de Urfahr (= het veer) van de Inn. Dit veer werd later veranderd in eene vaste brug, waarnaar de stad genoemd is en die daardoor op haar wapenschild prijkt. Als Innsbruck vinden we de plaats het eerst in eene oorkonde van 1027 vermeld. Tegen het einde der 12de eeuw .. .." enz,

Aan dit verhaal, dat in alle bronnen, welke ik ken, meer of minder uitgebreid voorkomt, wordt door de Oostenrijksche en Duitsche geleerden hun zegel gehecht. De geschiedenis en naamsoorsprong van Innsbruck zijn blijkbaar ongeveer even bekend als die van Amsterdam. Zullen we daarvoor de gissing Van Nievelt — Timmerman nu in de plaats stellen? Ik wacht op de bewijzen.

Maar ,/Bruch" dan, dat geen »Brüche" is? zooals T. argumenteert. Hier vergeet recensent, dat er in Duitschland ook dialecten zijn, net als bij ons. Als het Brüclce was, dan juist was het onmogelijk. Ziehier de regel, dien ik voor de zekerheid nog even van eenen deskundige gevraagd heb: «Auf oberdeutschem Gebiete unterbleibt der Umlaut von u vor ck: drucken, Lucke, Mucke, Stuck, z'ruck, enz" (enkele uitzonderingen in het Alemannisch kan ik achterwege laten).

1 it een nieuw betoog van den heer T. hoop ik thans te vernemen, of de boven aangehaalde vermaning allereerst aan mijn adres moet worden gericht.

alluvium = //aanspoelsel1".

T. wil dit weglaten of, in elk geval, vervangen door een ander woord, omdat klei ontstaat door bezinking, niet door aanspoeling.

Tegen weglaten heb ik weinig bezwaar, maar, als men diluvium vertaalt, dan moet men alluvium ook wel vertalen. En als men 'tvertaalt, moet men 'tletterlijk vertalen en daarna toelichten. Alzoo alluvium, van ad — "aan" en luvio — «spoelen",

55