komt. Ware de zaak een weinig minder als bureau-aangelegenheid behandeld , dan zou de bewerker waarschijnlijk ook meer kritiek op zijn eigen arbeid geleverd hebben. Hij zou uitvoeriger zijn geweest omtrent sommige punten, waarover boven reeds het een en ander werd gezegd (zie de noot over de nauwkeurigheid der planimeters, enz.) en vooral ook over de waarde door hemzelf toegekend aan vele der voor de meting gebezigde kaarten. En in verband met dat alles zou hij hebben doen uitkomen, welke wetenschappelijke waarde aan de „Tabel" moet worden toegekend en binnen welke waarschijnlijke grenzen de fouten beperkt moeten geacht worden.

Ook in dÈtt opzicht zal eene volgende uitgave, naar wij hopen, verbetering brengen.

Wij laten thans het door ons overgenomen uittreksel uit de „Tabel" volgen.

52