dat men zich ook zou kunnen voorstellen dat de resultaten der gedane metingen eerst waren uitgedrukt in geographische mijlen en dat daarna de herleiding tot hectaren zou hebben plaats gehad. Dat zou evenwel niet zoo goed zijn geweest en is dan ook blijkbaar niet geschied. Eene onverschillige zaak is het evenwel niet, zulks te weten; want, aangezien er bij de herleiding altijd kleine waarden verwaarloosd worden en in casu voor 1 G. M. de waarde van 5506,3 heet. is aangenomen, krijgt men verschillende uitkomsten naarmate van de wijze waarop de bewerking geschied is.
Nemen wij bijv. bij Sumatra het totaal op p. 10 in hectaren . 45 562 772,56 als uitgangspunt voor de herleiding, dan wordt het bedrag in □ G. M. 8274,65 '). Herleiden wij omgekeerd laastgenoemd bedrag tot hectaren dan komt er 45 562 705,29 (bij vermenigvuldiging met 5506,3) of 45 562 622,00 (bij gebruikmaking van de herleidingstabel in Behm's Jahrbuch), in beide gevallen dus eenig verschil met het eindtotaal der „Tabel" nl. van 67,27 heet. of 150,56 heet. Neemt men het eindcijfer van de □. G. Mijlen der „Tabel" zelve (8274,8) dan worden de verschillen nog iets grooter (tot 676 heet.).
Dit voorbeeld moge tevens dienen om ons een denkbeeld te geven van de bij de berekeningen en 'herleidingen bereikte nauwkeurigheid, die werkelijk zeer voldoende mag genoemd worden. Bij verschillende eilanden heb ik de herleidingen in alle onderdeelen (voor zooverre ze nl. door mij zijn overgenomen) nagerekend en mijne uitkomsten naast die der „Tabel" gezet (zie o. a. bij Java), eveneens bij alle eindtotalen, waardoor ik tevens eene proef op de som had voor de nauwkeurigheid der berekeningen, zoodat ik dan ook langs dien weg de fout bij Borneo (zie beneden) heb ontdekt.
Wat de metingen zelve betreft moet ik nog doen opmerken dat het mij beter zou. zijn voorgekomen indien de bewerkers de grens der nauwkeurigheid van het werken met pool- en rolplanimeters hadden aangegeven. Het is toch een bekend feit dat die instrumenten geen volkomen juiste resultaten opleveren 2). Ook zou men kunnen vragen, waarom de meting
1) Verkregen door deeling van 5506,3 op 45 562 772,56, welk bedrag volkomen overeenstemt met hetgeen ik verkrijg bij herleiding met behulp der tabel in Behm's Geographisches Jahrbuch II, 1868, want in dat geval wordt het eveneens 8274,65. In de "Tabel'1 wordt als totaal verkregen 8274,8, een gevolg van de omstandigheid dat de □ G. Mijlen der verschillende onderdeelen zijn opgeteld en er dus geen rechtstreeksche herleiding heeft plaats gehad van het eindtotn&l.
2) Er bestaat over dat onderwerp reeds eene tamelijk uitgebreide litteratuur, waar-