Zoowel uit Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk als uit Engeland, Belgiƫ en Nederland, hebben hoogleeraren te kennen gegeven, dat zij aan zulk een conferentie gaarne zouden deelnemen.
Wij mogen dit verslag niet eindigen, zonder onzen dank aan het Bestuur van het Congres te hebben betuigd voor de voortreffelijke wijze, waarop de wetenschappelijke werkzaamheden waren voorbereid en geregeld, en voor die ware gastvrijheid, welke den vreemdeling het bijwonen van het congres en het verblijf te Londen dubbel leerzaam maakte. Yoor dit laatste zijn gedelegeerden bovendien bijzonderen dank schuldig aan den Nederlandschen consul, den Heer H. S. J. Maas, die door zijne bekwaamheid en hulpvaardigheid de belangen van het Aardrijkskundig genootschap en van de aardrijkskunde op krachtige wijze bevordert en wien daarvoor ook vanwege het Bestuur dier vereeniging dank werd gezegd. Aan dat Bestuur ten slotte een woord van erkentelijkheid voor de afvaardiging, waardoor het ons een zoo leerzaam en aangenaam verblijf te London verschafte.
C. M. Kan.