diende vooraf te gaan. Aan den candidaat moest dan verder de beslissing worden overgelaten, of hij zich voortaan in mathematisch-physische, dan wel in historisch-statistische richting wenschte te bekwamen ]). Slechts langs dezen weg, had men gemeend, kon, althans aan de Universiteit, het gevaar der oppervlakkigheid worden verminderd, waartoe de studie eener zoo uitgebreide en kwalijk omschreven wetenschap kan leiden: een gevaar, wat de waardeering dier wetenschap bij ernstige, geleerden reeds veel kwaad heeft gedaan.
Daar de behandeling dezer bezwaren niet aan de orde werd gesteld, zooals trouwens geene der tegen de denkbeelden der eerstgenoemde sprekers geopperde bedenkingen in discussie kwamen, beantwoordde de Heer Le'nmann ze in zijne repliek slechts veel later, zeer kort en incidenteel, daarbij wijzende op het verschil, dat in de voorbereiding en opleiding der geographen tusschen Duitschland en andere landen bestond.
Nogmaals kwam dat hooger onderwijs ter sprake, toen ook de Engelschen de toestanden, te dien opzichte bij hen bestaande, in het licht stelden. Andrew J. Herbertson, Lecturer on Geography aan het Owen's College te Manchester, besprak bij de behandeling der geography in secondary education and the training of teache^s therein de wenschelijkheid der opleiding dier leeraren aan de Universiteit. Hij wees er op dat aan die Universiteiten wel lecturers on geography waren aangesteld, maar dat studenten in die wetenschap geen graad konden behalen. Daaronder moest natuurlijk het hooger onderwijs in dat vak lijden, waarom hij de hulp van het congres inriep, ten einde op het gouvernement en de Universiteiten in dezen pressie uit te. oefenen. Op dien grond bracht hij een nationale quaestie voor een internationaal congres.
Een dier lecturers, H. J. Mackinder, Lecturer on Geography aan de Universiteit te Oxford, nam daarop het woord, om in het licht te stellen , dat van de Universiteiten in dezen weinig hulp te verwachten was. De toestanden waren te dien opzichte geheel anders dan in Frankrijk en Duitschland. Vooreerst miste het middelbaar onderwijs, wat geographie betrof, evenals vele andere vakken van onderwijs, elke organisatie en kon men daarin, zonder behoorlijke voorbereiding of zonder proeven van bekwaamheid gegeven te hebben, als leeraar optreden. Verder was geogra-
1) Alles uitvoeriger uiteengezet in het artikel «De aardrijkskunde als vak van hooger onderwijs" enz. (Tijdschr. Aardr. Gen. 1889) en in een adres, te dien opzichte door bovengenoemde leeraren en het Aardr. Genootschap tot de Regeering gericht, waarop tot dusver zelfs geen bericht van ontvangst volgde.