HET ZESDE INTERNATIONALE AARDRIJKSKUNDIGE CONGRES.

GEHOUDEN TE LONDEN, VAN VRIJDAG 26 JULI TOT ZATEEDAG

3 AUGUSTUS 1895.

Vervolg ').

II.

Onderzoekingstochten, en exploitatie der vreemde werelddeelen. — Oceanographie. — Historische eartographie. — Geographie, als vak van hooger onderwijs.

a. Onderzoekingstochten.

Werd door het Congres terecht het hoofdgewicht gelegd op de bespreking der exploratie en exploitatie van Afrika en de poollanden, van de overige, minder bekende gedeelten der aarde kwamen nog ter sprake: Australië, Nieuw-Guinea en Madagascar, terwijl ook de Siërra Nevada, de zuidelijke keten op het Iberische schiereiland, om haar geringe bekendheid, daartoe gerekend werd en mocht worden. — Aan deze besprekingen van bepaalde terreinen knoopten zich eenige opmerkingen vast over de reizen in de 19de eeuw en de wetenschappelijke onderzoekingstochten in 't algemeen.

Voor Australië werd er door den bekenden ontdekkingsreiziger David Lindsay in zijn voordracht „On future exploration in Australia" op gewezen dat het terrein der naaste onderzoekingen in Nieuw-Holland gelegen was in het centrum der westelijke helft en, met uitzondering der routes van Giles en Warburton, te zoeken tusschen de parallellen van 180—26° Z. B. en de meridianen 120°—128° O. L. Een klein gedeelte ligt in het midden van Kimberley-land aan de N. W.-kust: voorts vindt men nog een uitgestrekt terrein in het Northern Territory van Zuid-Australie tusschen Sturt's Creek en de telegraaflijn. Al deze terreinen te zamen omvatten 350 000 □ eng. mijl.

I) Zie vorige Aflevering, p. 572—616.