bereikt te hebben, langs denzelfden weg terug. In 1889 volgde een nieuwe krijgstocht, die zich ditmaal veel verder uitstrekte. Omtrent deze heeft de heer Van Dijk een belangrijke „Nota" opgesteld, die in de jongste aflevering van dit tijdschrift werd opgenomen, zoodat wij kortheidshalve
daarnaar kunnen verwijzen.
Een onmiddellijk gevolg dezer nieuwe tuchtiging was een groote mate van ontzag voor den blanke, hetgeen zich duidelijk openbaarde, toen de Italiaan Modigliani1) een gedeelte der streek, die genoemde expeditie doortrok, bezocht. Hij betrad Bakkara bij het dorp Lumban radja, aan het noordwester strand van Tao Bakkara gelegen, en ging van hier per prauw naar Huta Holobun (Holbung?) en van daar over land tot den Dolok Sabulan, om zich bij het aan de kust gelegen dorpje van dien naam opnieuw in te schepen met bestemming naar Huta Parparean westelijk van de Pasir di babana gelegen. Van daar begaf hij zich door de landschappen Uluan en Tutupan, de richting van de Aek Saba tali volgend, naar Tangga en vervolgens noordwestwaarts naar Buttu Meradja, alwaar hij den weg naar Bandar Pulau insloeg. Onderweg had hij een tochtje naar Huta Suana gemaakt om den zich in de nabijheid hiervan bevindenden waterval, den Sappuran Si-arimo op te nemen , voor hem nog door geen westerling bezocht. Van Bandar Pulau ging zijn tocht naar Bandar Pulau manis en van dit oord in zuidwestlij ke naar Lagu boti dat hij zonder ongeval bereikte. Op de resultaten, die deze reis heeft opgeleverd, hebben wij reeds vroeger de aandacht gevestigd, derhalve moge de verwijziging daarnaar volstaan s).
Waren het tot op dit oogenblik voornamelijk vreemdelingen geweest, die onze geographische kennis omtrent de Bataklanden hadden vergroot, thans zou dit anders worden, daar de controleur P. A. L. E. van Dijk van Tarutung naar Lagu boti was overgeplaatst. Bezield met den ijver en den lust om de wetenschap te dienen, liet deze ambtenaar in dit opzicht veel van zich verwachten en inderdaad hij heeft de van hem gekoesterde vèrvvachtingen niet beschaamd. Een reeks van artikelen van geographischen en ethnographischen aard zijn reeds van zijne hand ver-
rambu si-porhas di hasuhutan na godang, d. i. voorschrift omtrent de verklaring van de voorteekens, die aangewezen worden door het strooien van rijstkorrels (op het kleed) der bliksemkoorden in den oorlog. Zie voor verdere bijzonderheden hieromtrent onze verhandeling Beitrage zur Religiösen Anschauungen der Bataks. Globus, (overdr. blz. 6).
1) Modigliani, Fra i Battachi indipenti.
2) Tijdschrift v. h. Kon. Nederl. Aar.dr. Gen. 1891.