XXI.

De overgang van den Congo-Vrijstaat in Belgisch koloniaal bezit.

Ofschoon de heer Greshoff geenszins bedoelde, zich op staatkundig gebied te bewegen, achtte hij 't als gast van het Fransche gouvernement zijn plicht, den gezagvoerder te Brazzaville kennis te geven van zijn bevinding op den Boven-Mobangi. Dat zijne billijke klachten over het vrijkoopen van slaven en het drijven van handel op eigen hand door de ambtenaren van den Vrijstaat het oordeel geenszins ten gunste van het Belgische protectoraat konden stemmen, was zeker zijn schuld niet.

Het Fransche dagblad „le Temps" van 18 Juni '93 n°. 11712 bevatte een uittreksel van voormeld verslag, hetwelk in zijn geheel voorkomt in het dagboek van den jongen hertog d'Uzès. Deze voegde daarbij, dat de heer Greshoff geenszins overdreef, doch veeleer is gebleven „au-dessous de la réalité" J).

Het verslag volgt hieronder.

„Monsieur le Délégué de 1'Administrateur principal de Brazzaville et dépendances.

„Monsieur le Délégué,

„Revenu de mon voyage dans le Haut-Oubanghi, je prends la liberté de vous rapporter quelques faits graves et presque incroyables, en vous priant de bien vouloir y porter votre attention toute spéciale.

Arrivé k Yakoma, je me suis rendu compte que 1'Etat Indépendant du Congo, malgré toutes les conférences, continue k fournir aux indigènes des armes perfectionnées. Bangassou venait de recevoir un canon et un superbe Henri Martini avec des cartouches. II a plusieurs autres armes perfectionnées, et j'en avais aussi remarqué dans d'autres villages et chez d'autres chefs.

Le chef du poste de 1'Etat è. Bangassou déclarait en outre que 1'Etat avait fait le 27 Février 1892 un contrat avec Bangassou. déclarant celui-ci Sultan indépendant, qui livrerait tous les produits dé ses terres

1) Duchesse d'Uzès. Le voyage de mon fils au Congo, pag. 243—247.