rug te hebben. Noch mijzelven noch anderen zou ik ooit weer blootstellen aan de gevaren van dezen tocht bij hoog water; wel hoop ik de reis in Juli nog eens te maken. Ik zal dan zorgen, dat ik begin September weer terug ben, en in het vervolg van September tot December alle transporten per canoe staken ]).
Hiermede eindig ik deze beschrijving, die een denkbeeld zal geven van de moeilijkheden, verbonden aan de opening der nieuwe handelsafdeeling op den Boven-Mobangi. Wij zullen die moeilijkheden echter zooveel mogelijk zoeken te verminderen door het stoombootje „Frederik" tusschen Mokoanghay beneden Ouadda en Mobay te laten varen en door hier een paar flinke canoes van de „Falls' te brengen met een goeden ploeg Lukolela's of Bangalla's. De twee Lukolela's, die de reis mede maakten, zijn zeer tevreden en zullen mij een aantal hunner landslui toevoeren om hier dienst te doen."
Bangui, December 1893."
Sinds de laatste tochten van onzen Nederlandschen Afrika-reiziger, den heer Greshoff, op den Sangha en den Mobangi bezit de Rotterdamsche „Nieuw Afrikaansche-Handels-Vennootschap" de navolgende factorijen en handels-stations in Congo-land J).
Langs de kust, ten noorden vdn den Congo en aan den Beneden-Congo.
Concuati. Chimfimo. Loango.
Longebonde. Chindende. Pace bonde.
Jombe. Luali. Boma.
Quillo. Songa Nenne. Binda.
Im pi la. Chimfuca Zoba. Lodia Tafi.
Cuti. Futila. Fuca Fuca.
1) «Om een juister denkbeeld te geven omtrent het verschil van hoog- en laagwater, laat ik de volgende cijfers volgen. Op den 26sten November 1891 was het maximum waterstand; deze bedroeg toen 6.45 M. boven den minimum-waterstand. Het water bleef zakken tot einde Februari 1892.
De rivier begon in Mei weer te wassen; het water had den I4den October op 6.29 M. den hoogsten stand weer bereikt.
Thans, 11 Januari 1893, wijst de fluviometer nog 0,95 M. aan."
2) De uitbreiding blijkt door vergelijking met Dr. H. Blink, Bet Kongo-land, bladz. 159 en 160.