dat het tegenwoordige Parlement der Unie te dien opzichte bij vroegere niet zou achter staan.—In denzelfden geest sprak generaal Greeley, daarbij wijzende op het feit, dat natiën, die zich vroeger voor het poolonderzoek verdienstelijk hadden gemaakt, zich thans, nu er nog zooveel en belangrijk werk te doen viel, met het oog op hun verleden, daaraan moeilijk konden onttrekken.
Nadat nog uit Australië (Mr. Arundel) en bij monde van prof. de Lapparent en Guido Cora stemmen uit Frankrijk en Italië waren opgegaan , allen ter aanbeveling van het besproken onderzoek, werd het door prof. Neumayer verlangde comité benoemd, waarin deze zelf, Sir Hooker, Dr. Murray, prof. von den Steinen en Bouquet de la Grye, gedelegeerde van het Fransche Gouvernement, zitting namen.
Zoover was men met deze zaak gevorderd, toen zij, ongeveer een week later (Donderdag 3 Aug.), opnieuw en met verlevendigde belangstelling ter sprake kwam door de voordracht van den juist uit die gewesten teruggekeerden Borchgrevinck, een jongen Noor, die zich aan boord van den walvischvaarder „Antarctis", een ruim 20 jaar oud stoomscheepje, als matroos had verhuurd, ten einde de zuidelijke wateren te kunnen bezoeken , al moest hij dan ook onder meestal ongunstige omstandigheden zijne waarnemingen zien te doen. In September 1894 verliet de „Antarctis" Melbourne. Op ongeveer 540 Z. B. (18 Oct.) bij het Macquary-eiland woei de eerste sneeuwstorm, doch vertoonde zich na dien storm een prachtig zuiderlicht. De nog hooge zee noodzaakte de reizigers het vulcanische en rijk begroeide Campbell aan te doen, waar zeldzame vogels aangetroffen en geschoten werden. Bij het verlaten van dit eiland ontmoette men 100 è. 150 voet hooge ijsbergen, die echter nog geïsoleerd ronddreven. Lucht en water bezaten steeds een gelijkmatige temperatuur van ruim 40° F. Dit bleef zoo tot ongeveer 68° Z. B.
Den 6«Jen November, op 58° 14' N.Br. en 162° 35' O.-lengte zagen zij een zich van Z.O. naar N.W. uitstrekkenden, 40 tot 60 mijl langen ijsdam of een rij van ijsbergen, van boven volkomen vlak en helder wit, met een hoogte die tot 600 voet reikte. De wanden waren loodrecht, aschgrauw van kleur, met breede, groene, verweerde holen, waarin de golven huilden en honderde voeten hoog tot schitterend schuim in de lucht uiteenspatten. Ook dreven er ijsbergen buiten de rij in allerlei richting.
Nadat het schip voor geleden schade naar het N. had moeten terugkeeren, om in Pt. Chalmers hersteld te worden, bereikte men zooveel later in het jaar opnieuw den 55sten breedtegraad (28 Nov.). De albatros