gen, waartoe — gelijk reeds boven is gezegd — uitnoodigingen waren gedaan. De gedelegeerden van het Kon. Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap hebben zeker alle reden om in te stemmen met de woorden door De Lapparent gesproken en kunnen met voldoening op de te Londen doorgebrachte interessante, maar tevens zeer vermoeiende dagen terugzien, de voldoening dat een moeielijk werk goed is afgeloopen, en dat qongressen, hoe belangrijk en nuttig zij ongetwijfeld zijn, niet jaarlijks terugkeeren. ^ c A TfflMERMAN_

II.

Onderzoekingstochten en exploitatie der vreemde werelddeelen. — Oceanographie. — Historische cartographie. — Geographie als vak van hooger onderwijs ').

Even als op vroegere congressen, bleek ook op dat te London, welke gedeelten van den aardbol buiten Europa het minst bekend waren en totdusver weinig of niet in het wereldverkeer opgenomen: terreinen, die

l) Als bronnen bij de samenstelling van dit verslag hebben dienst gedaan: de «Abstracts of papers', welke eiken dag vóór den aanvang der vergadering, waarop de voordrachten gehouden werden, het licht zagen. Voorts hebben wij daarbij kunnen raadplegen de uitvoerige verslagen, welke over de zittingen van het congres in de Engelsche dagbladen voorkwamen, en waarvan enkelen, zooals ons meermalen is gebleken, met groote zaakkennis en nauwkeurigheid werden opgemaakt. Meermalen werden de discussies tot in alle bijzonderheden, soms zelfs woordelijk, teruggegeven.

Wij noemen deze omstandigheid daarom des te gelukkiger, dewijl in het Journal of the congress, dat daags na de voordrachten verscheen, slechts een één- of tweeregelig verslag der Papers voorkwam en de discussie over het onderwerp geheel onvermeld bleef. Het gemis daarvan werd zeker niet vergoed door het korte verslag, dat, tegen onze verwachting, in de Proceedings der R. G. Society van September voorkomt en zeker later nog uitvoeriger zal gegeven worden, tenzij het Compte-rendu zoo spoedig verschijnt, dat het alle voorloopige verslagen overbodig maakt. Wij uiten dit vermoeden, in verband met de overigens zoo uitstekende regeling van het congres. Zoolang dit echter niet was verschenen, hebben wij gemeend den lezer geen ondienst te doen, wanneer wij hem aan de hand dier Abstracts, dier uitvoerige verslagen en van onze eigene herinneringen en aanteekeningen in staat stelden zich alvast eenig denkbeeld van die voordrachten en discussies te vormen. Wij achtten dit ook daarom wenschelijk, dewijl in de totdusver over het Congres verschenen publicaties (Supan in de Mitteilungen, IX, p. 208; Friederichsen in de Mitt. der Geogr. Ges. zu Hamburg; de Lapparent in Le Congrès géographique, etc. Extrait du Correspondant, e. a.) meer een overzicht van het geheele congres dan een uitvoerig verslag dier voordrachten gegeven wordt.