Lyell : Researches on the evidence of the antiquity of man. In de laatste jaren is er veel voor dat onderzoek gedaan in Moravië, Hongarije en de Karst, terwijl Martel zelf de causses onderzocht. De holen in Engeland en Ierland zijn tot dusver nog weinig bekend en het hoofddoel van Martel was dan ook, de Britsche geleerden op te wekken tot het instellen van vernieuwde onderzoekingen op dat gebied.

De beide andere voordrachten, nl. die van Schrader en Prof. Rein, bevatten uitvoerige beschrijvingen vari' de Pyreneeën en de Siërra Nevada, die men het liefst in extenso leest; evenals boven gezegd werd betreffende de mededeelingen van Naumann en Passarge. Prof. Rein heeft gedurende vele jaren tochten in het door hem beschreven gebied gedaan; reeds in 1872 deed hij zijne eerste reis daarheen, in gezelschap van den tegenwoordigen hoogleeraar in de geologie te Halle, Baron Karl von Fritsch.

In de sectie „Morphologie" gaf Prof. Penck een overzicht van zijne klassificatie der vormen van het land en der oorzaken welke daarop werken, waarbij de zucht tot het maken van verdeelingen en onderverdeelingen, alsmede de geschiktheid der Duitschers om nieuwe namen te bedenken , hunne hoogste triomfen vierden '). Het zou tot niets dienen, hier die indeelingen weer te geven; ieder die er belang in stelt leze Penck's handboek der morphologie. Al moet het toegegeven worden dat al die nieuwe namen en indeelingen op het eerste gezicht iets afschrikkends hebben; dat de eindelooze schakeeringen en overgangen, welke de natuur ons te aanschouwen geeft, aan de klassificatie der vormen naar hun ontstaan en hun voorkomen bijna onoverkomelijke bezwaren in den weg leggen, dat alleen een duitsch brein in staat is eene tabel te verzinnen zooals Penck die geeft, voorstellende „die genetischen Verhaltnisse der sechs geomorphologischen Grundformen" (Ebene, Stufe, Thai, Berg, Wanne, Höhle); toch verdient eene poging als die van Penck, om orde te brengen in den chaos, de verschijnselen te groepeeren naar hun oorsprong en hun uiterlijk voorkomen, samen te vatten wat bijeen hoort, te scheiden wat niet verbonden behoort te zijn, gewaardeerd te worden

1) Bijv. //Nennen wir nun homoplastisch die einzelnen gleich gestalteten Grundformen, ferner "homogenetisch die gleich entstandenen Grundformen, so ergeben sieh folgende vier Beziehungen, welehe verschiedene Benennungen erheischen: Iïomoplastische-homogenetische Formen: bomonyme Formen. Homoplastische-heterogenetische Formén: analoge Formen. Heteroplastische-homogenetische Formen: homologe Formen. Heteroplastische-heterogenetische Formen: differente Formen.