TOoegen weten, wye hem derf onderstaen auteur van sulcke openbaer Huyterije te maecken, en daernae denseluen nae syn verdiensten straffen, op dat tavont ofte morgen de Companye voors. van alsulcke lasteringe mochte bevrijt sijn: naemptlyck dat men soude seggen, dat se een oppercomijs op de schepen gestelt hadden, die se niet en vertrouden; nochtans soo veel autorijteyts en meer stemming als dandre comijsen bij Patenten van sijn Princelycke Extye en schriftelycke instructye verleent en gegeuen hebben. Wat swaricheyt haer ouersulckx sal mogen comen, insonderheyt soo de reys (daert Godt voor verhoede) compt qualyck te succederen , laet ic U.E. considereren. En aengaende t perticulier injurye mij deur tselue protest geschiet, stelle ic aen U.E. discretye, oft strafbaer is ofte niet, vertrouwende U.E. sullen dinstrucktye van de Comrp. bij ons allen beswooren, naemtelyck dat wy malcanders autoriteyt sullen helpen verstercken, gedachtich sijn.
Actum in den Hollantschen leu, den 636" December 1595 onder Madegascar.
Den Allen U.E. dienstwillige en mede Confrater, CORNELIS DE HOUTMAN.
De schandelijke insinuatien van deze jongelieden worden ten overvloede in het licht gesteld in een brief, door den commies Barent Heynck aan .zijne medeleden in den scheepsraad gericht. Het was een leugen, zeide hij, dat zij niets geweten zouden hebben van de reden, waarom sommige schepelingen verplaatst waren. De scheepsraad had hierin volkomen overeenkomstig de instructien der bewindhebbers gehandeld ยป). En wat De Houtman aanging: die zelfde bewindhebbers hadden gewild, dat de andere commiezen geen geld noch goed mochten lichten uit de schepen, zonder het advies van De Houtman, die in handelszaken twee stemmen had. Diens naam stond in het patent en in de instructie vooraan, alsmede in de cognoscementen. De Compagnie had verlangd, dat terwijl de andere commiezen en ondercommiezen met het verhandelen der waren belast zouden zijn, De Houtman ter bestemder plaats op zijn schip zou blijven , om de schippers en commiezen met raad en daad bij te staan,
1) Heynck beroept zich op art. 28 van den Artikelbrief, die ook door de Bewindhebbers was geteekend, en op het laatste artikel van de Instructie voor de Commiezen, waarin hnn volmacht werd gegeven om in alle voorkomende gevallen te handelen tot ^oordeel van de Compagnie. Dit, en hetgeen ik verder hierboven uit zijn brief mededeel, doet mij onderstellen, dat er nog eene afzonderlijke instructie voor de commiezen, of eene ampliatie op die voor den scheepsraad heeft bestaan, die verloren ging.