Dana, Hooker, von PTochstetter, e. a. werd vooruitgebracht. Nog scherper springt dit onderscheid in het oog, als men er op let, wat in 1850 door de Noorwegers en Zweden onder Sars en Loven voor de kennis der diepzee-fauna aan de Skandinavische kust, wat door de zoölogen Thomson en Carpenter aan boord der „Lightning" en „Porcupine" (1868—70) voor de Schotsche zeeën, door Möbius en Reinicke aan boord der „Pommerania" (1871) yoor de Oostzee werd verricht. Op breeder veld werd gewerkt door geleerden als Agassiz, Buchanan, Murray, Borgen, Studer, Mohn,Milne Edwards, vorst Albert von Monaco, Krümmel e. a. a/b der schepen Hassler, Challenger, Tuscorora, Gazelle, Blake, Vöringen, Washington, Travailleur, Talisman, Vettor Pisani, Hirondelle e. a. Voor nadere bijzonderheden, vooral wat de uitgestrektheid van het terrein betreft, moeten wij naar de boven opgegeven bronnen verwijzen, meer bijzonder nog naar v. Boguslawski's „Zusammenstellung einiger der wichtigeren Meeresexpeditionen, welche seit der Mitte des vorigen Jahrhunderts zur Erweiterung unserer Kentnisse der Tiefen-, Temperatur-, und der allgemeinen physikalischen Verhaltnisse der Oceane und einzelner ihrer Meeresteile beigetragen haben", Ozeanographie p. 390—400. Yoor eiken oceaan en elk onderdeel worden de expedities in chronologische volgorde, met korte vermelding van het resultaat, opgesomd.

(5) Wij hebben hier met de populaire geschriften het oog, behalve op Krümmel's „Der Ozean. Eine Einftlhrung in die allgemeine Meereskunde", Leipzig-Prag 1886, op M. J. Schleiden's „Das Meer", 3te Aufl. Bearbeitet von E. Voges, Braunschweig 1888; Mangin's „L'Océan", Tours 1887; George Barral's „Connaissance de la mer'', Paris 1892. — Wat de door prof. Walther bedoelde „Abhandlungen" betreft, daarmede worden waarschijnlijk bedoeld: de Lapparent's „Traité de géologie, Paris 1885; Murray's „On the Height of the Land and the Depth of the Ocean", Scott Geogr. Mag. IV, 1888, p. 1; Suess „Das Antlitz der Erde"', Prag und Leipzig 1885—88; von Richthofen's bekend werk „Führer ftir Forschungsreisende", Berlin 1886. In Thoulet's „Océanographie Statique", Paris 1890, behandelt de Fransche geoloog den zeebodem, nl. la géologie et la minéralogie submarine, la chimie, la physique et la biologie de la mer, behalve andere zaken, bijv. de werkingen van het ijs op dien zeebodem.