c. Zeestroomingen.
Wat de zeestroomingen betreft, het is bekend dat deze vroeger op zeer verschillende wijzen verklaard werden. Om de meeningen vóór de nieuwere en nieuwste diepzeeonderzoekingen en temperatuurbepalingen, die slechts historische waarde bezitten, te laten rusten '), men heeft hun ontstaan, hetzij dan in 't algemeen, hetzij voor bepaalde gedeelten der aarde, willen verklaren uit den invloed van groote rivieren, de zwaartekracht, de getijden, het verschil in zoutgehalte der zeeën of het verschil in verdamping en nederslag, de temperatuurverschillen, de wenteling der aarde om haar as, e. a., terwijl men thans, zonder voor enkele gedeelten der aarde den invloed der genoemde oorzaken te ontkennen, toch voor de grootere zeestroomingen en het verschijnsel in 't algemeen vrij algemeen de kracht en den duur der winden, in de diepte ook door den zeegang bij hun werking geholpen, als hoofdoorzaak aanneemt. Vandaar ook stroomingen met wisselende richting d&ar, waar de winden om het halfjaar van richting veranderen, en de krachtigste, duurzaamste, waar zij staan onder den invloed der het geheele jaar door uit den zelfden koers waaiende passaten.
Wat wij van de stroomingen in onzen Archipel weten, brachten wij voor een deel ter sprake in de „Toelichting", behoorende bij de „Kaart van Nederlandsch Indie" (zie p. 7 en noot 4), waar zij ook, voor zoover mogelijk, cartographisch werden voorgesteld naar de voorstelling, daarvan gegeven op Krümmel's kaart, behoorende bij zijne „Ozeanographie (1886) en op kaart 21 in Berghaus' Physik. Atlas; voorts op kaart 3 en 4 van den „Atlas van den Indischen Oceaan". Na de in die „Toelichting (noot 4) genoemde bronnen verscheen het bij den „Atlas van den Indischen Oceaan" door de Deutsche Seewarte te Hamburg uitgegeven „Segelhandbuch für den Indischen Ocean" en Schotts werk, waarin, althans over de stroomingen in sommige zeestraten in den Archipel, eenige nieuwe gegevens verstrekt worden. Die in het Segelhandbuch hebben betrekking op straat Soenda (p. 560 en verv.), str. Gaspar (p. 620) en str. Malakka (p. 650). Dat deze gegevens behalve een groote wetenschappelijke waarde ook voor de praktijk groot belang bezitten, springt
1) Zie over deze vroegere en nieuwere meeningen, behalve de vroeger genoemde werken van Peschel, »Geschichte der Erdkunde", p. 437 en 745; v. Boguslawski-KrümWel, „Ozeanographie", II, 327—42 en -Der Ocean", p. 231 : Pahde, „Die theoretischen Ansichten über die Entstehung der Meeresströmungen", Crefeld 1888, en Hoffmann, "Zur Mechanik der Meeresströmungen", Berlin 1884.
27