Alleen worden zij door verstandige bestuursmaatregelen beschermd tegen de exploitatie-zucht van andere rassen en tegen hunne eigen lichtzinnigheid in geldzaken.
In de vijf dorpen Tosari, Wanakitri, ProewSna, Ngadiwana en Padakaja van Pasoeroeansch Tengger woonden ultimo 1893, 5262 echte Tenggereezen tegen 50 van elders afkomstige inlanders. Daarbij komen wellicht nog een 1 oo-tal uit de overige dessa's van dit distrikt. Voor uitsterven behoeft men dus nog niet bevreesd te zijn.
Blz. 1011, r. 4 v. o. „Zelfs de offerfeesten bij den Brama", enz.
Het jaarlijksche offerfeest in de maand Kasada op den Brama wordt nog altijd met groote belangstelling door de bevolking gevierd. Ib. laatste regel tot blz. 1012, r. 3 v. b. „Lidü Amba", ten rechte „Ledok-Omba (= de breede vallei). Volgens de topographische kaart ligt deze dessa op 1990 M. boven het zeevlak.
Blz. 1012, r. 1 tot 3 v. b. „Ngadisari".
Ngadisari ligt, volgens de topographische kaart, op 1935 M. hoogte.
„aan de Pasoeroeansche zijde stijgen zij niet hooger dan omstreeks „1800 meters".
Dit is onjuist. Er liggen aan de Pasoeroeansche zijde verscheidene dessa's boven de 1800 M.:
Wanakitri op 1900 M., NgadiwanS, op ± 1880 M., Ngadiredja op 1960 1VT., Padakaja en M!araredja beide op it; 2020 ]VT», en eindelijk de nieuw gevormde dessa Ivedoewoeng aan de noordelijke helling van den Argawoelan op ongeveer 1950 M. boven het zeevlak.
Iets hooger dan deze alle ligt echter in Probolinggoosch Tengger de dessa Wanakersa (2030 M.) en het allerhoogst de dessa Ngadas in het Malangsche, aan de zuidelijke helling van den Ider-Ider op den weg van Goeboek-Klakah (door sommigen Këbo- en Maésa-Klakah genoemd) naar den Brama. Deze dessa Ngadas ligt, volgens de topographische kaart, op 2132—2174 M. en is dus zonder twijfel de hoogste dessa van Java.
Ib. r. 5 v. b. „de samenwoning der verschillende van dezelfde ouders „stammende gezinnen".
Deze samenwoning duurt totdat die gezinnen zich „koewat" d. i. „vermogend" genoeg gevoelen om zich afzonderlijk te vestigen. In een huis in de dessa Ngadiwana trof ik 5 samenwonende gezinnen aan, behoorende tot 4 geslachten. Bij het overlijden der ouders komt het huis aan het kind, dat naar 's vaders oordeel nog het minst in staat is in eene eigen woning te voorzien, gewoonlijk dus aan de jongste dochter.