Voorts bezit Pasoeroean tegenwoordig een telefoon-kantoor, een ijsfabriekje, een rijstpelmolen, alsmede eene kleine machine-fabriek (de Bromo) en eene koffie-pel- en droog-inrichting, laatstgenoemde gevestigd in de paleisachtige woning van een der vroegere suikerlords (te Poeroet ten Z. van het residentie-huis). Achter die woning ontspringt eene rijke bron, waarvan het water door buizen naar het spoorwegstation en vandaar met tank-waggons naar Soerabaya vervoerd wordt, waar het als Poeroet-drinkwater eene welverdiende reputatie geniet.
Blz. 1006, r. 10 v. b. „en uitgestrekte Gouvernements-pakhuizen".
Deze zijn berekend op een koffie-oogst van 300 000 Èt 400 000 pikoels, en hebben eene capaciteit van 150000 pikoels.
Ib. r. 15 v. b. „bewesten de stad".
Lees: „benoorden de stad, ten Westen van de rivier". Juist ten Z. daarvan is het spoorwegstation gebouwd.
Het fortje is een tijd lang in gebruik geweest als residentie- en geldkantoor, doch sinds een zestal jaren verlaten, wegens vochtigheid en ongeschikte ligging, en wordt nu gesloopt.
De genoemde kantoren zijn thans gevestigd in eene tweede kapitale particuliere woning („Oranje Groen"), gelegen bij de vierde brug over de rivier.
Ib. r. 7 v. o. „Langs dit plein" d. w. z. achter de moskee.
Het plein wordt overigens ontsierd door een aantal onaanzienlijke huisjes van Arabieren en Inlanders aan weerszijden van de moskee, en door het inlandsche hospitaal, naast de pradjoerits-kazerne aan de noordzijde gelegen.
De Regentswoning ligt, evenals te Malang, in den N.O. hoek en is geheel door muren en poorten aan het oog onttrokken.
Ib. r. 3 v. o. „op contract met het Gouvernement werkende" moet vervallen.
De onderneming Sari Redja is sedert met Plèrèt samengesmolten en in handen van een Chinees. De onderneming De Goede Hoop (zie blz. 1007) behoort thans ook aan een Chinees.
Blz. 1007, r. 15 v. b. „vroeger Rangèh".
Ranggèh is de naam eener andere dessa, vlak bij de kawedanan (distriktshoofdswoning) van Kebordjandi gelegen, of liever, met Gondangwetan te zamen de distriktshoofdplaats vormende.
Ib. r. 17 v. b. „Paserpan".
ten rechte „Pasrëpan" (= koele plaats).