(blz. 80), al voegt hij er vergoelijkend aan toe, daarmee de Nederlanders geen verwijt te willen doen; want, zegt hij verder, het kleine Nederland heeft aan Java meer dan genoeg, en „de buitenbezittingen, in het bijzonder de Molukken, zijn voor Nederland niet alleen een dood kapitaal, maar zelfs een last.'' Het verwondert ons eigenlijk, dat de Schr. niet nog een stap verder is gegaan, om het denkbeeld te opperen, dien lastpost maar aan Duitschland te schenken of te verkoopen. Dat hij de Duitsche loofwouden schooner vindt dan de Indische palmwouden, dat het dansen der inboorlingen hem niet gratieus, ja, zelfs saai en vervelend toeschijnt, zal misschien een gevolg daarvan wezen, dat de Duitsche Heimat hem erg na aan het hart lag; zulks hindert echter niemand, maar als de Schr. op blz. 230 over het cultuurstelsel spreekt, alsof dit nog heden ten dage ongewijzigd in volle werking was, en dit stelsel nader toelicht door de opmerking, dat het geen ander doel heeft, dan ,,eine rtlcksichtslose Aussaugung der Eingeborenen", praat hij over dingen, waaromtrent hem blijkbaar elk gezond begrip ontbreekt. Dit bewijst hij ook daardoor, dat hij dengenen, die het cultuurstelsel nader mochten willen leeren kennen, de lectuur van Multatuli's Max Havelaar aanbeveelt! Het zal niet noodig zijn den Schr. verder te volgen, om bij de lezers dezer bespreking de overtuiging op te wekken, dat Kükenthal's werk er niet minder om zou wezen, indien hij het oud-Hollandsche spreekwoord: schoenmaker enz. indachtig ware geweest.

Bergen-op-Zoom, November 1896. H. Zondervan.

Geschiedenis van het Poolonderzoek door A. W. Greely, voor Nederland bewerkt door F. J. van Uildriks. Met 5 kaarten en een alphabetisch register. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink.

Het verschijnen van een werk over poolonderzoek is hier te lande bijna een gebeurtenis; onze arctische literatuur is nu niet juist wat men rijk zou kunnen noemen en het was daarom een goed denkbeeld van Mejufvrouw F. J. van Uildriks en haren uitgever om een Nederlandsche bewerking van Greely's Handbook of arctic discoveries, dat in December van het vorige jaar verscheen, het licht te doen zien. Bovendien is het tijdstip voor het verschijnen van dit boek bijzonder gelukkig gekozen nu, meer dan in de laatste jaren het geval was, het poolonderzoek algemeen ter sprake is gekomen en de terugkeer en het succes van Nansen,