vat slechts het reisverhaal en zal door een tweede deel gevolgd worden, de wetenschappelijke „Spezialarbeiten" op zoölogisch gebied behelzende. Dit tweede deel zal dus voor den geograaf van minder belang zijn, dan het thans verschenen eerste deel; want hieruit alleen zal blijken, in hoever Kükenthal's reis aan de vermeerdering onzer aardrijkskundige kennis van Insulinde bevorderlijk is geweest.
Letten wij een oogenblik op de technische uitvoering van het werk, dan moeten wij het prachtig noemen, en de keur van photografieën en afbeeldingen, bepaaldelijk de gekleurde platen, kunnen gerust als onovertroffen gelden. Hoezeer daardoor de waarde van den tekst verhoogd wordt, ligt voor de hand, al is er ook een nadeel aan verbonden: de hooge prijs van het werk.
De tekst bevat dan, naast .de beschrijving der reis weder waardigheden, die hoewel zeer arm aan buitengewone gebeurtenissen, toch een prettig en boeiend verhaal vormt, een aantal opmerkingen en mededeelingen op aardrijkskundig en aanverwant gebied en verder de bespreking van eenige grootendeels bionomische vraagstukken van algemeen belang. Het boek telt 9 hoofdstukken. Hoofdstuk 1 geeft, behalve het reisverhaal van Genua tot Singapore, de beschrijving dier stad en een beschouwing over het vliegen der visschen. Hoofdst. 2 bevat de voortzetting der reis tot Ternate; de Plantentuin te Buitenzorg wordt geroemd, een uitstapje in de Preanger Regentschappen beschreven, en daarna gaat het per schip van Batavia via Soerabaja, Macassar en Ambon naar Banda. Hier biedt zich als van zelf de gelegenheid, om over den achteruitgang van de muskaatnotenteelt in vergelijking met vroeger te spreken en de onmenschelijke handelingen der O. I. Compagnie en der op haar bevel georganiseerde hongitochten aan de kaak te stellen. Van Banda reisde Kükenthal over Boeroe en Batjan terug naar Ambon en vervolgens naar Ternate , het voorloopige reisdoel. In het 3de hoofdst. krijgen wij in de eerste plaats een beschrijving van stad en omstreken, verder beschouwingen over de kleur der dieren, in het bijzonder tusschen de tropen, alsmede over de ontwikkeling der tegenwoordige fauna. De sultan van Ternate maakte op hem den indruk van een „wohlaussehender Sechziger, mit feinen, syrnpathischen Ztlgen". Twee Europeesche firma's te Ternate houden zich vooral bezig met den uitvoer van paradijsvogelhuiden, waarvoor Parijs de hoofdmarkt is. Deze firma's houden er in NieuwGuinea een groot aantal jagers op na, die zulk een verdelgingskrijg voeren, dat Ktlkenthal ernstig bevreesd is voor het uitsterven van dezen zeldzaam fraaien vogel, indien onze regeering niet met beschermende