NIEUWE UITGAYEN.
Een hydrographisch standaardwerk van Noord-Holland.
De zeeweringen en waterschappen van Noord-Holland, door Mr. G. de Vries Azn. 2<io Uitgave, bewerkt door Jhr. Mr. J. W. M. Schorer, 1894. Profillen der provincie Noord-Holland, door Jhr. Mr. J. W. M. Schorer, 1895. J°h- Enschedé & Zonen, Haarlem.
„Nederland ontwoekerd aan de golven", ziedaar eene gemeenplaats, die zelfs haar weg gevonden heeft tot in de leesboekjes voor de lagere school. En toch, wanneer men bij velen, die met deze uitdrukking zelfs schermen alsof zij voor hen op een wetenschappelijke overtuiging berust, iets dieper in de kennis van dat „aan de zee ontwoekerde land" doordringt, dan bemerkt men niet zelden de ergerlijkste oppervlakkigheid. Dr. Stieltjes schreef in zijn Militaire Studiën: „Het is te verwonderen hoe slecht bijv. de toestand van het polderland bekend is, en welke verkeerde oordeelvellingen men daarover hoort, zelfs van technische personen , bij wien men meer kennis van die zaken zou mogen veronderstellen." — A. v. Egmond drukt zich in de Beschrijving van Rijnland aldus uit: »Wij gelooven dan ook niet te veel te zeggen, wanneer wij beweren, dat omtrent den toestand van ons vaderland ten opzichte van het water bij velen een volslagen onkunde heerscht, bij een nog grooter aantal een oppervlakkige kennis bestaat".
Al is in de laatste jaren meer gearbeid tot verbreiding der kennis van den waterstaatskundigen toestand van ons land, iets waarin Beekman is voorgegaan, en waaraan wij zeiven ook medegewerkt hebben, toch zijn er nog velen, die bij het spreken over polders enkel denken aan drooggemaakte plassen of bedijkingen, en die meenen, dat het „ontwoekeren aan de wateren ' enkel bestaat in de groote bedijkingen langs de kust en in de droogmaling van plassen als de Haarlemmermeer enz.
Hoe belangrijk deze werken ook mogen zijn, hoezeer genoemde uitdrukking op deze uitbreiding van het land toepasselijk is, toch maken zij slechts een klein gedeelte uit van den arbeid, dien de Nederlanders tegen het water hadden uit te voeren. In het lage gedeelte van Nederland kan men schier geen voet zetten, of door menschelijken arbeid is het