NIEUWE UITGAYEN.
Gids in Nederland. Feiten en toestanden, door J. Kuyper. 8°, 144 pp. Leiden, Boekh. en drukkerij voorheen E. J. Brill, 1896.
Dit werkje is geen eigenlijk gezegd leerboek, maar het heeft er toch wel wat van, het bevat — zooals de schrijver zegt — „weinig redeneeringen, maar veel feiten en toestanden". Men vindt er dan ook van allerlei in, ten behoeve van dengene, die het een of ander omtrent ons land wil weten.
Het Haagsehe Bosch, door J. Kuyper. (Grootendeels naar onuitgegeven bronnen bewerkt). Met vier kaartjes: 1249, 16x1, 1712 en thans.
De schrijver deelt in dit boekje tal van wetenswaardige bijzonderheden mede omtrent den vroegeren toestand van het Haagsehe Bosch en de ontwikkeling er van tot op den tegenwoordigen tijd. In het vijfde hoofdstak verbaalt hij ook het een en ander omtrent het Huis ten Bosch.
Een en ander over de West, door Mr. A. C. Wesenhagen, OudKolonist. Rotterdam, Nijgh & van Ditmar, 1896.
De schrijver heeft verschillende opstellen, die hij onder den pseudoniem van Hênri Temminck, in de dagbladen gepubliceerd had, tot een bundel vereenigd.
Encyelopaedie van Nederlandsch-Indië, met medewerking van verschillende ambtenaren, geleerden en officieren, samengesteld door P. A. van der Lith en F. Fokkens. 's-Gravenhage—Leiden, Martinus Nijhoff— E. J. Brill.. In afleveringen van 4 vel dr. è ƒ 1,20 p. afl., compleet in circa 25 è. 30 afl.
Met dit werk is men thans gevorderd tot afl. 9, d. w. z. tot in de letter G. De genoemde aflevering eindigt met het woord getah pertja en bevat, onder meer, uitvoerige artikelen over evangelisatie, Flores, de Franschen in den Maleischen Archipel, gasteropoden, geestelijke broederschappen en geestelijken, inlandsche geneeskundigen en geneesmiddelen, genootschappen en geologie.
Ook de beide voorafgaande afleveringen, welke verschenen zijn na de laatste aankondiging in dit tijdschrift (p. 85 van dezen jaargang), bevatten vele belangrijke artikelen, o. a. over de Engelschen in den Maleischen Archipel, de ethnographische musea, de Dajaks, enz.
In verband met mijne opmerkingen over de eerste afleveringen van dit werk wensch ik thans te doen uitkomen dat het geographisch gedeelte beter tot zijn recht komt dan aanvankelijk. Men zie o. a. nu weer de uitvoerige geographische