EEN PAAR NIEUWE LOOISTOFFEN.

In de eerste aflevering van dezen jaargang (blz. 64, 65 en 67) werden een paar artikelen, vermeld, die voor looiersdoeleinden worden gebezigd, zonder dat daar eenigszins uitvoerig werd medegedeeld, vanwaar die artikelen kwamen, welke waarde ze voor den wereldhandel hebben, enz. Hier volgen eenige mededeelingen betreffende een paar der voornaamste looistoffen.

Gambier. Wie denkt bij dit woord niet dadelijk aan een van de ingredienten, die de Maleier noodig heeft voor de samenstelling van zijn geliefd sirihpruimpje? Maar niet alleen voor den bewoner van Insulinde is dit artikel van belang, we mogen het tegenwoordig veilig rangschikken onder de zoogenaamde „Straitsproducten", waartoe ook tin, tabak, peper, sagomeel, enz. behooren en waarvan Singapore de stapelplaats is. Gambier is een belangrijk uitvoerartikel voor de Europeesche markt geworden en sedert men tot de ontdekking kwam , dat het ook als looistof uitstekende diensten kan bewijzen, is de teelt ervan een .bepaalde cultuur geworden. Wel spreekt Schuiling in zijn bekend werk „Nederland tusschen de tropen" op een viertal plaatsen over gambier, maar wat het nu eigenlijk is en welke waarde het als looistof-artikel heeft, vermeldt hij nergens. Gambier is het somtijds met sagomeel verdikte en daarna gedroogde afkooksel van de jonge loten en de bladeren van een Indischen heester, behoorende tot de familie der Rubiaceeen, n. 1. Uncaria gambier Roxburgh, die hoofdzakelijk voorkomt op Malakka en de eilanden om dit schiereiland gelegen (zie o. a. Miquel, Flora van NederlandschIndië, tweede deel, blz. 146). Het voornaamste produktieland is Riouw, waar de gambierteelt samengaat met die van peper, en verder het eiland Singapore, Malakka, Serawak, enz. Wanneer de heester 3 i 4 jaar oud is, ontneemt men hem een paar maal 's jaars de bladeren en jonge takken, die daarna in water gekookt worden. De nieuwe, bruinachtige vloeistof wordt vervolgens uitgedampt, zoodat er ten laatste een soort van stroop overblijft, die nog gedroogd moet worden: en dat is de gambier. Men ziet het, de bereiding ervan is uiterst eenvoudig, kostbare machines behoeven er niet voor aangeschaft te worden, zoodat de teelt van dezen heester onvoorwaardelijk kan worden aangemoedigd, vooral, daar kuropa en de Vereenigde Staten nog heel wat goede en goedkoope looistof kunnen gebruiken. De verschillende productielanden zenden hunnen voorraad bijna zonder uitzondering naar Singapore; in 1894 werd

32