druk nog gunstiger zijn | want vele der toen aangewezene tekortkomingen zijn thans verholpen, o. a. dat nu de zeediepten door isobathen en door verschillende tinten van blauw zijn aangegeven, dat er ook een kaartje van het Noordpoolgebied is, dat de voorstelling van het bergland van Afrika juister is, enz. Bij Nederlandsch-Indiƫ is verder eene grootere overzichtskaart gevoegd, terwijl de kleine gebruikt is om er de belangrijkste lijnen van de Koninklijke Paketvaartmaatschappij op aan te geven-, ook is een kaartje van Supan's klimaat-provinciƫn opgenomen en zoo zijn er nog eenige verbeteringen aangebracht.

Het beknopte leerboek is voor een groot deel nieuw bewerkt, vooral met betrekking tot de eigenlijke landen- en volkenkunde. Vooreerst worden nu de gebergten, de laaglanden en de rivieren niet meer afzonderlijk behandeld, maar bij de verschillende landen, of groepen van landen, in onmiddellijk verband gebracht met de bevolking, de middelen van bestaan en de plaatsbeschrijving, welke laatste nu terecht, zooals de schrijver het uitdrukt *meer een integreerend deel uitmaakt van de beschouwing van land en volk'". Daardoor kon ook, meer dan vroeger het geval was, worden gewezen op de richting der verkeerswegen en hun invloed op het ontstaan, den bloei of het verval der steden.

Ook in andere opzichten zijn er verbeteringen aangebracht; zoo heeft de schrijver verscheidene plaatjes weggelaten, waaraan niet veel verloren is, en ze vervangen door schetskaartjes en graphische voorstellingen, die bij de bespreking der les met de leerlingen van groot nut kunnen zijn *). Het boek is door een en ander eenigszins in omvang verminderd, maar dat is op zichzelf een voordeel, met name bij het gymnasiaal onderwijs in aardrijkskunde, waarvoor de tijd zoo verbazend beperkt is.

Timmerman.

1) Met genoegen constateer ik dat Bos er bij zegt, uit welke werken hij die schetskaartjes heeft overgenomen; vooreerst is dat, wetenschappelijk gesproken, de goede manier en ten andere is het voor het nationaal gevoel pijnlijk wanneer de vreemdelingen ons kunnen verwijten dat wij, in onze atlassen en leerboeken, zonder blikken of blozen, hunne kaarten en platen overnemen om ze uit te geven voor eigen werk. Dat pronken met anderman's veeren wordt in de letterkundige wereld plagiaat genoemd.