blijkt. In Zuid-Italië is Calabrië wit gelaten, d. w. z. als laagland geteekend, en mist het daardoor den lagen plateau-rand langs de Adriatische Zee; de kustlijn aan de westzijde is zeer gebrekkig geteekend. Dat N. Afrika en Klein Azië geheel blank zijn gelaten acht ik mede eene fout.
Het gemis van een graden-net, zelfs van de getallen aan den rand, ter aanwijzing der lengte- en breedte-graden, is uit een geographisch oogpunt af te keuren en maakt het bovendien moeielijk de juistheid der kaart te controleeren, ook in betrekking tot de ligging der steden. Deze zijn alle met hetzelfde, even groote teeken — een rood gekJeurd cirkeltje — aangegeven, waardoor het verschil in grootte en beteekenis der steden niet uitkomt. (Londen = Harwich 1). De ligging van sommige is bepaald onjuist geteekend, 'bijv. Taganrog, Genève, Lyon en Kopenhagen.
Het spijt mij dat ik niets beters kan zeggen omtrent deze kaart van den heer Ten Have, wiens leerboeken en geschriften over aardrijkskunde zooveel verdienstelijks hebben. Het komt mij voor dat eene wandkaart, ook voor het gebruik der lagere klassen in de volksschool, aan zekere vereischten van juistheid, nauwkeurigheid en smaakvolle uitvoering behoort te voldoen. Er zijn genoeg van die kaarten waarbij dat het geval is en ik zie niet in waarom het noodig was eene nieuwe te maken, indien zij niet werkelijk beter was dan de bestaande. Het maken van kaarten, ook van schoolkaarten, is niet ieders werk.
Hemel en Aarde. Leerboek der Wis- en Natuurkundige Aardrijkskunde. Vooral ten dienste van hen, die voor de hoofdacte studeeren, door S. de Gast en J. J. ten Have. 2de verbeterde druk. Met 104 schetskaarten en figuren. 's-Gravenhage, Joh. Ykema, 1895. Pr. ƒ 1,75.
Dit leerboek, van twee in de onderwijzers-wereld wel bekende schrijvers, onderscheidt zich door duidelijke en eenvoudige voorstelling en is, ook wat de natuurkundige aardrijkskunde betreft, over het geheel op de hoogte van den tijd. Met hetgeen daaromtrent in de voorrede wordt gezegd kan ik mij geheel vereenigen. Het eerste gedeelte van het werk heb ik, bij wijze van proef, als leiddraad bij mijn onderwijs in wiskundige aardrijkskunde gebruikt en het heeft mij zeer goed voldaan. Nuttig schijnen mij, voor eigen studie, de behandelde vraagstukken met de globe en de talrijke vragen tusschen den tekst, al zou men dan ook over de doelmatigheid van sommige daarvan van opinie kunnen verschillen.
P. R. Bos, Schoolatlas der geheele aarde. 12de verbet, druk. Groningen, Wolters, 1896.
Beknopt leerboek der aardrijkskunde. 9de druk. Met
platen en kaarten. Groningen, Wolters, 1896.
Deze beide school-uitgaven gebruik ik sinds jaren bij mijn onderwijs en ik mag er bijvoegen, met veel voldoening. Betreffende den atlas heb ik vroeger eens mijne meening gezegd (Dl. X, 1893, p. 1121) en die kan nu over den nieuwsten