ses of Parliament by Command of Her Majesty. London. [C—8013]. Pr. 6 d.

Memoria de Estadistica de la Republica de Guatemala 1893. Direccion general de estadistica. Gr. 8°, 664 + 272 pp.

Dit werk werd onlangs aan het Genootschap toegezonden en bevindt zich thans in de bibliotheek.

SCHÓÓL-UITGA VEN.

Schoolkaart van Europa, door J. J. ten Have. 3de dr. 's-Gravenhage, Joh. Ykema. Pr. f 8,—. Opgepl., gevern. en m. rollen ƒ 16,—.

Omtrent deze, ons door den uitgever ter recensie gezondene, kaart zij het volgende opgemerkt.

De uitvoering is, wat het bergland betreft, in geelachtig bruine tint, met zwarte doezeling voor de hoogere gedeelten; het laagland is wit, de zee blauw, zonder schakeeringen voor de diepten, de rivieren zijn, evenals de meren, zwart gekleurd. Het geheel maakt zeker geen fraaien indruk, en van de bijzonderheden kan hetzelfde gezegd worden: de finsche meervlakte ziet er uit alsof er een inktpot over was uitgestort; de rivieren zijn veel breeder dan voor de duidelijkheid noodig is en staan, wat de breedte aangaat, ook niet in eene onderling juiste verhouding, bijv. de beneden-Donau en de Dnjestr, die even breed zijn geteekend, of wel de Waal, de Rijn en de IJsel; ook is de loop der rivieren al te globaal geteekend, evenals die van de kanalen, die er langs loopen (bijv. het Keizerskanaal langs de Ebro). Kortom, van eene eenigszins nauwkeurige kartographische voorstelling is geen sprake. Wat moeten de leerlingen zich wel voorstellen als zij de verbinding tusschen Liverpool en Huil zien? Dat gelijkt een breede zeestraat, die Engeland in twee stukken verdeelt. En dan het Merwede-kanaal, dat op de kaart midden door Utrecht heen loopt. De kustomtrekken zijn vol fouten, bijv. die van het Iberische schiereiland, van Seeland, van Zuid-oostelijk Zweden, waar de zoo karakteristieke zwermen van kleine eilanden ontbreken. Het karakter der berglanden en bergketens komt nergens tot zijn recht; dat de Pyrenaeën hooger zijn dan de randgebergten van het Castiliaansche hoogland blijkt in het geheel niet. Het eigenlijke karakter van het zoogenaamde Iberische bronnenland komt volstrekt niet uit en, terwijl dikwijls onbeduidende rivieren zijn geteekend, is de Jalon, met haar voor het verkeer zoo belangrijk dal, weggelaten. De geheele voorstelling van het bergland in het Iberische schiereiland beantwoordt trouwens niet aan den tegenwoordigen stand onzer kennis. In Z.-Engeland, dat golvende heuvelland bij uitnemendheid, heeft het wit der laagvlakte veel te veel de overhand; ook daar is de teekening der kustlijn zeer gebrekkig, bijv. bij de Wash-baai, die omringd is door laag, moerassig land, waarvan op de kaart niets