De expeditie zou reeds in September 1895 uit België vertrokken zijn, doch dit vertrek werd, daar de vereischte middelen niet zoo spoedig bijeenkwamen, uitgesteld. Volgens de laatste berichten was Luit. De G er lach voornemens den zomer r89Ó—97 aan een onderzoek van Graham-land en zijn omgeving te wijden, in den volgenden, dien van 1897 —98 zich naar Yictoria-land te begeven en in den winter van 1897 de kleine onbewoonde eilandgroepen in den zuidelijken Indischen oceaan te onderzoeken. De omstandigheid, dat de Belgische Kamer, dezer dagen met nagenoeg algemeene stemmen een som van 100 000 francs voor deze onderneming heeft toegestaan, maakt de kans, dat zij tot uitvoering zal komen, aanmerkelijk grooter.

Er blijft ons eindelijk nog over melding te maken van een Amerikaansch plan, in zooverre alle andere vooruit, dat het al reeds tot een begin van uitvoering kwam, een plan echter van zóó bescheiden omvang, dat men veronderstellen mag, dat er slechts onder bijzonder gunstige omstandigheden eenig resultaat van te verwachten is. Dr. Fred. A. Cook, die als geneesheer Peary op zijn tweede Groenland-expeditie vergezelde, vatte het plan op om met twee kleine zeilschepen van slechts 100 ton, elk met niet meer dan 5 personen bemand, een reis naar het antarctisch gebied te doen. Het eerst werd van dit plan melding gemaakt in den New York Herald van 21 Maart 1895. Volgens de laatste berichten (Mail 4 Nov. 1895) is Cook met zijn twee scheepjes werkelijk naar de Zuid Shetland-eilanden vertrokken om op een geschikt punt, mogelijk in de Erebus- en Terror-golf te overwinteren, terwijl de schepen , voor 't geval men geen veilige haven kan binnenloopen, naar de Falkland-eilanden zullen terugkeeren.

Van deze reis kunnen wij binnenkort de uitkomst te gemoet zien en, in aanmerking genomen het succes, dat vroegere reizigers met kleine schepen in deze streken gehad hebben, blijft altijd de kans bestaan, dat ook dat van Cook de verwachtingen zal overtreffen.

Vergelijken wij ten slotte den stand van het antarctisch onderzoek op heden met dien van vóór 5 jaren, dan kan niet ontkend worden, dat al kwam nog een werkelijke Zuidpool-expeditie niet tot stand, toch vooruitgang in deze richting is te bespeuren. Wel liepen de plannen voor een Zweedsch-australische expeditie, die toenmaals der uitvoering zoo nabij scheen, op niets uit en daarmede tevens de toen aangewende pogingen om ook een Nederlander aan dien tocht te doen deelnemen '), wel werd

1) Tijdschr. A. G. 1891, p. 1020.