voordeelen aan wetenschappelijke belangen te paren, immers daar in een dergelijk geval de reederij voor de uitrusting zorgdraagt, behoeven overigens nog slechts de betrekkelijk geringe kosten der wetenschappelijke uitrusting gedekt te worden.
Of evenwel dit plan van prof. Niels en in dezen vorm toejuiching verdient daarover zijn niet allen het eens. De reis van de Antarctic toch heeft geleerd, dat de jacht op traandieren in het zuiden niet met zekerheid als een winstaanbrengende onderneming te beschouwen is en wanneer aldus het wetenschappelijk onderzoek aan zulk een handels-expeditie geheel en al ondergeschikt moet gemaakt worden, is er waarschijnlijk niet veel succes van te verwachten. Het zou in zoo'n geval mogelijk evenzoo gaan als met de Antarctic, die op 74° Z. B. omkeerde omdat geen walvisschen werden aangetroffen, terwijl zij anders naar het schijnt even zoo ver als Ross zuidwaarts had kunnen doordringen. Een bevredigend resultaat is slechts dan te verwachten, wanneer wetenschappelijk onderzoek hoofdzaak is en direct praktische belangen, indien zij, zooals b. v. in het plan van Borchgrevinck, gelijktijdig worden bevorderd, daarbij in elk geval eerst in de tweede plaats in aanmerking komen ').
Tamelijk ongedacht heeft men ook in België, waar men zich tot nu toe nimmer voor poolonderzoek interesseerde, van particuliere zijde het plan voor een zuidpool-expeditie opgevat. De leiding dezer expeditie zou Luitenant De Gerlach op zich nemen, terwijl als wetenschappelijke deelnemers werden genoemd de meteoroloog Vincent, de zoöloog Lameere, de astronoom Stroobants, de arts en botanicus Mas sant en de geograaf en photograaf Prinz. De expeditie zal trachten in de richting van Grahamland zoo ver mogelijk zuidelijk te komen; wanneer men geen geschikte winterhaven aantreft is het voornemen het koude seizoen door te brengen met diepzee-onderzoekingen in den zuidelijkIndischen Oceaan om dan in den daarop volgenden zomer opnieuw een tocht in de antarctische wateren te ondernemen. In den voorzomer van 1895 nam Luit. De Gerlach deel aan een tocht van een Noorschen robbenjager naar Jan Mayen om zich vooraf eenige kennis der poolzeefin te verschaffen.
1) Het plan zooals reeds in 1891 het door den schrijver van dit opstel werd voorgesteld (Alb. d. Nat. 1891, p. 362 e. v., Tijdschr. A. G. 1891, p. 1021) komt in de voornaamste punten met dat van Borchgrevinck overeen. Ook daar werd uitgegaan van het beginsel, dat zelfs bij een pool-expeditie praktische en wetenschappelijke belangen zeer goed kunnen samengaan, wanneer slechts de laatste niet geheel aan de eerste worden ondergeschikt gemaakt.
25