belangstelling te wekken voor de phyto-phaenologie, waaraan, blijkens hetgeen ik in dit tijdschrift bij eene vroegere gelegenheid mededeelde '), wel reeds sedert verscheiden jaren iets, maar niet stelselmatig genoeg, werd gedaan, doch waarbij ook voor ons kleine Nederland, blijkens hetgeen op pag. 336 werd gezegd, eene rol valt te vervullen, die niet onbelangrijk mag heeten. Ik meen te hebben aangetoond in dit beknopt overzicht van de geschiedenis der phaenologie in Europa, dat dit verbindende lid tusschen biologie en geographie de belangstelling verdient van allen, die van het schoone en het nuttige der plantengeographie overtuigd zijn. Mocht het mij in de eerste plaats althans gelukt zijn den lust levendig te houden tot voortgezette nauwkeurige waarneming bij hen en haar, die zoo vriendelijk waren op mijne aansporing zich met eene geenszins gemakkelijke taak te belasten!
1) Tijdschr. v. h. Ivoninkl. Ned. Aardr. Genootsch., 24e Serie, dl. 11, p. 409.