en Gentbrugge (9 886) bij Gent rekenen en zoodoende bekomt men voor den Gentschen omtrek eene bevolking van 191 924 inwoners.

Als men de bevolking der Vlaamsche provinciën Antwerpen (769 634), West-Vlaanderen (771 108), Oost-Vlaanderen (991 065), Limburg (231 781) en voor Brabant de arrondissementen Brussel (794 163) en Leuven (231 856) samentelt, komt men tot eene gezamenlijke Vlaamsche bevolking van 3 789 617 inwoners.

Telt men de bevolking te zamen der Waalsche provinciën Henegouwen (1090250), Luik (807469), Luxemburg(214 728), Namen (344323) en voor Brabant het arrondissement Nijvel (164398), dan vindt men eene Waalsche bevolking van 2621 166 inwoners.

De Vlamingen zijn dus in meerderheid met 1 168451 inwoners.

(Telegraaf).

GERHARD ROHLFS f.

Den 2den Juni 11. overleed te Rüngsdorf bij Bonn de beroemde Afrikareiziger aan wiens nagedachtenis wij hier enkele woorden wenschen te wijden. De bijzonderheden van zijn levensloop kan men vinden in Embachers Lexikon der Reisen und Entdeckungen en in Deutsche Rundschau ftlr Geographie und Statistik II, 1880, p. 294 (met portret). Zijne wetenschappelijke werkzaamheid als ontdekkingsreiziger wordt vrij uitvoerig beschreven in het werk van Dr. C. M. Kan, Ontdekkingsreizen van den nieuweren tijd, Africa, 1871, p. 192-211, zoodat wij naar die werken kunnen verwijzen. Wij stippen dus slechts enkele punten aan en voegen daarbij eene opgave zijner werken.

Rohlfs was in den waren zin van het woord een ontdekkingsreiziger, die pionierswerk deed en geheel onbekende streken voor de wetenschap ontsloot, met eene ijzeren volharding en een buitengewoon krachtig gestel begaafd, waardoor hij in staat was het schijnbaar onmogelijke te verrichten en aan alle bezwaren het hoofd te bieden. Meer dan iemand heeft hij Noord-Afrika in alle richtingen doorkruist: in 1862 trok hij, als arabisch pelgrim, door de marokkaansche Sahara en het Draa-gebied en bereikte, als eerste Europeaan, Tafilet. In 1864 ging hij opnieuw naar Marokko, drong door de roofzuchtige stammen van het Atlas-gebied , door naar de oase Tuat, waarvan hij de eerste beschrijving met kaart leverde. In 1865 trok hij naar Moerzoek en Tibesti; in het volgende jaar over Birma naar Bornoe, waar hij geruimen tijd in Koeka bleef, om