genoemde rubrieken bedraagt 13905, 7876 en 3676, zoodat de regeering der Z. Afrikaansche Republiek kan beschikken over 25 457 man.
Onder de vele zaken, die tegenwoordig onze belangstelling wekken, behoort zeker alles wat betrekking heeft op de staatsregeling en het kiesrecht in de Zuid-Afrikaansche Republiek, waarover in den laatsten tijd zoo veel te doen is geweest. Dat vindt men alles uitvoerig in den Staatsalmanak omschreven: nl. de wetgevende macht (eerste en tweede volksraad, kiesrecht en naturalisatie), de uitvoerende macht, de krijgsmacht, de rechterlijke macht en de administratieve macht; verder de administratie der verschillende departementen en de namen der personen, die het gezag uitoefenen.
In het laatste gedeelte van den almanak worden de verschillende districten en delverijen, met de voornaamste daarin gelegene plaatsen, beschreven en daarin komen ook nog wel eenige kruimels geographie voor. Hoofdzakelijk is het echter te doen geweest om de opgave van kerken en predikanten, banken en handels-ondernemingen, ambtenaren, geneesheeren enz. Onze aandacht valt vooral op de beschrijving der delverijen, met name van Johannesburg en naaste omgeving. „Van Krugersdorp tot Boksburg reist men per 'spoor vier uren lang, zonder ooit daken van huizen, werkplaatsen enz. of schoorsteenen enz. uit het oog te verliezen. En verder: „Aanwas van bevolking heeft te Johannesburg de gewone gevolgen gehad, zoodat in de drie Èt vier voornaamste winkelstraten (Commissaris-, President-, Pritchard- en Marktstraten) een groot aantal winkelgebouwen en café's, hotels en kantoren zijn verrezen, die zelfs in Europa geen kwaad figuur zouden maken, terwijl ook het aantal banken en dergelijke instellingen tot het dubbele gestegen is, van wat het was in 1891; doch aan den anderen kant is ook meer armoede naast ontzachlijken rijkdom, en een reeds onrustbarend aantal werkzoekenden op te merken. Het laatste feit kan verklaard worden door de instroonnng van tallooze handwerklieden uit Australië, Amerika en Europa". De bevolking wordt dan ook nu geschat op minstens 66 000 blanken.
Zooals men uit de dagbladen heeft gezien, is de bedrijvigheid te Johannesburg, tengevolge der gebeurtenissen van den laatsten tijd, merkelijk verminderd.
Wij besluiten met mededeeling van enkele statistische opgaven. De staats-uitgaven en -inkomsten bedroegen in 1887 resp. 721073 £ en 668 433 £; er was dus een tekort. In 1894 waren die getallen 1 734728 en 2 247 728, d. w. z. er was een batig saldo van meer dan een half millioen ponden sterling, terwijl de uitgave in die zeven jaren meer dan verdub-