Kempensche zand, dat op de oude geologische kaart van Dumont de provinciën Limburg en Antwerpen grootendeels bedekt. In de limburgsche Kempen is het echter veel dikker en bevat hier en daar kleilenzen en concreties van zandoer, die van veel invloed zijn op de boschaanplantingen. In Antwerpen is het daarentegen veel dunner en rust op eene niet- of half-doordringbare kleiachtige onderlaag; het is hier dus • waterhoudender.
Zoowel op de vergaderingen der commissie als in afzonderlijke brochures werd zeer gewezen op het gewicht der wildgroeiende planten, der „spontane flora", als een voortreffelijk middel om de aanwezigheid of het ontbreken van bepaalde bestanddeelen te verraden (verg. bladz. 241). Deze aanwijzingen kunnen in den tekst plaats vinden, later ook op een afzonderlijk kaartje op kleine schaal.
Eene bepaalde toepassing dezer „analyse du sol par la plante" is het bodem-onderzoek der proefvelden en de vergelijking daarmede van den stand der gewassen.
Grondwater.
Eene zaak, waaraan eerst in de laatste twintig jaren eene bijzondere opmerkzaamheid werd gewijd, is het grondwater, op welks stand het beloop der oppervlakte van grooten invloed is. Eene horizontale of weinig hellende vlakte van eenige uitgestrektheid verliest zeer moeielijk het water naar de diepte, steile hellingen of diepe insnijdingen doen het daarentegen snel wegzakken. Nu is niets zoozeer geschikt om dit relief spoedig te doen begrijpen als een uitvoerig net van hoogtelijnen, die ook allerwege als onontbeerlijk voor eene goede agronomisch-geologische kaart worden beschouwd (verg. blz. 230 en 244).
De heer Petermann vestigde in de tweede zitting der commissie, van 31 October 1890, de aandacht op het feit, dat in vele dennenaanplantingen de boomen goed groeien in de eerste 5—6 jaren, daarna gaan kwijnen en sterven. De oorzaak ligt daarin, dat de wortels dieper in den bodem dringende, het grondwater bereiken en daarin afsterven. Ook in ons land is zulks in de vlakkere gedeelten van Overijsel, Gelderland en Noord-Brabant alles behalve zeldzaam; op deze wijze zijn vrij aanzienlijke sommen weggeworpen. Verreweg de meeste landbouwers hebben van deze zaken echter zeer weinig begrip.
Natuurlijk staat het grondwater in de verschillende jaargetijden niet even hoog, wat van veel invloed is op de betrekkelijke schadelijkheid of nuttigheid. Het verdient daarom aanbeveling, wanneer het mogelijk