om te adviseeren omtrent de agronomische kaarteering. Zij vergaderde tusschen i Augustus 1890 en 19 Februari 1891 en, hoewel zij voorstelde de geologische kaarteering ook agronomisch te doen zijn, werd toch tot eene uitsluitend geologische kaarteering besloten, waarop dan later ee ne uitsluitend agronomische zoude kunnen volgen.
In dezen tijd verschenen over dit onderwerp een aantal brochures en kleine verhandelingen, waarvan ons de heer E. Van den Broeck te Brussel welwillend inzage verstrekte, evenals van de geautografeerde notulen en besluiten der vergaderingen. Daar de zaak voor ons land van zoo groot actueel belang is, willen wij van al deze geschriften een tot één geheel verwerkt overzicht geven.
De heer Carnot (Ingénieur des Ponts et Chaussées) zet het doel der agronomisch-geologische kaart aldus uiteen.
Het zekerste middel om zich te overtuigen of de grond op bepaalde plaatsen geschikt is voor bepaalde gewassen, is die planten uit te zaaien, zonder en met verschillende hulpmeststoffen. Hiervoor zijn echter zeer veel tijd en terrein noodig, zoodat deze handelwijze onmogelijk op een geheel land is toe te passen, te meer daar men van het weder zeer afhankelijk is. Deze bezwaren vervallen voor ontledingen van den bodem in het laboratorium, die intusschen elk slechts uitsluitsel geven voor een bepaald punt. De groote moeielijkheid is daarin gelegen de uitkomsten van meer algemeene waarde te doen zijn, voor het geheele rijk, en daartoe wordt de geologische wetenschap te hulp geroepen. Herhaaldelijk is het toch reeds gebleken (Carnot noemt o. a, in 1855 het Departement Meurthe en in 1860 het Arrondissement Toul), dat de indeeling eener zuiver geologische en eener zuiver agronomische kaart op in het oog vallende wijze overeenstemden.
Agronomisch-geologische en pedologische Kaarten, 'met Taxatie-Cijfers in Rusland.
Evenals in Pruisen, is ook in België de wensch uitgesproken, dat de agronomische kaart zoude bevatten de waarde-cijfers van den bodem of den graad van vruchtbaarheid. De heer Petermann (Directeur de 1 Institut agronomique de 1'Etat è, Gembloux) vindt zulks echter niet bepaald noodig, ten minste niet door een cijfer of door eene kleur, zooals in Rusland geschiedt. Dit zoude voor eene agronomisch-geologische kaart te ver voeren, die trouwens ook met behulp van den tekst de meeste factoren der vruchtbaarheid aangeeft, zoodat intelligente personen daaraan vol-