vestigd, in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap nog geen sprake. Toch behooren zij o. i. als bijdragen tot kennis van land en volk daarin vermeld.

Omtrent het eerste, dat zeven jaren geleden verscheen, zij enkel herinnerd dat het destijds in onderscheidene dagbladen, in den „Spectator", in „de Indische Gids van Aug. 1886, p. 1084, zeer gunstig werd beoordeeld, het uitvoerigst door den heer E. B. Kielstra, die, zelf met Sumatra's Westkust goed bekend, in „de Gids" van November Buys' mededeelingen en opmerkingen in enkele opzichten kon aanvullen en verbeteren.

In „Twee maanden op Borneo's Westkust" geeft Ds. Buys de „Herinneringen" aan eene bezoekreis door hem, wanneer zegt hij niet •), als predikant en tot het inspecteeren van verschillende posten in Borneo's Wester-Afdeeling gemaakt. Tot welke opmerkingen en mededeelingen aan zijne lastgevers deze bezoekreis den predikant aanleiding gaven, wordt ons niet verhaald. Doch wel wordt ons een levendig, prettig geschreven relaas gegeven van de bezwaren aan eene reis in Borneo's binnenland verbonden, en worden ons de opmerkingen van den reiziger omtrent land en volk medegedeeld. Ds. Buys schrijft geene geleerde verhandelingen, toetst zijne opmerkingen niet aan die door anderen gemaakt, verhaalt slechts op onderhoudende wijze wat hij zag en opmerkte. Hij schrijft slechts voor den gewonen lezer, maar door de wijze waarop hij het doet deelt hij dezen toch heel wat omtrent land en volk mede. Daarbij maakt hij nu en dan opmerkingen die getuigen dat hij niet schroomt soms zijne niet-instemming met regeeringsdaden te kennen te geven. Zie b.v. p. 65 , waar hij zegt het te betreuren 2) dat de Regeering, op de wijze gelijk zij het deed, een einde heeft gemaakt aan het zelfbestuur der Chineezen in hunne nederzettingen in de Wester-Afdeeling. Hij deelt ons vele bijzonderheden mede omtrent de leefwijze, het karakter enz. der door hem niet ongunstig beoordeelde Dajaks.

Bij het verhaal dat hij doet van zijne reis door het Sultanaat van Sambas, spreekt hij over de door den verlichten Sultan warm voorgestane

1) Waarom niet? Ter beoordeeling van sommige door hem medegedeelde omstandigheden zou het,d. o., niet onbelangrijk zijn te weten wanneer hij zijne reis maakte, dus de geschetste indrukken van land en volk en van zekere toestanden ontving.

2) Eene meening waarin hij niet alleen staat. Zie o. a. Dr. J. J. M. de Groot's "Het Kongsi-wezen van tëorneo". De jongste ons bekende schrijver over dit onderwerp: Schaank, «De Kongsi's van Montrado" in «Tijdschrift-Bataviaasch Genootschap", dl. 35, laat zich over dit punt niet uit.