„unterstützt, in die Wertheim die betreffenden Gesteinsnummern nach den „Fundorten eingetragen hatte, so wie durch einige mündliche und schrift„liche Erlauterungen". Het was deze verzameling, welke bijna gelijktijdig met die van prof. A. Wichmann op zijne in opdracht van het Aardr. genootschap ondernomen reis naar Celebes, Timor en Flores werd bijeengebracht. Deze twee en de verzameling van den mijningenieur van Schelle op Noord-Celebes stelden den Heer Martin in staat zich in zijn onderzoek niet enkel tot de Key-groep te bepalen, maar ten opzichte van den geheelen archipel tot deze belangwekkende conclusies te komen: ie „dass die Eilande der malayischen Mulde erst in posttertiaerer Zeit „zu ihrer jetzigen Ausdehung gelangt und somit in ihrer heutigen Ge„stalt von sehr jugendlichem Alter sind"; 2e „im Westen von Gross-Kei „und im Nordwesten van Timor liegt somit eine natürliche, geognostisch „wohlbegründete Trennungslinie zwischen den von dem Asiatischen und „Australischen Continente abgegliederten Insein."

Vermochten de genoemde verzameling en schetskaart alsmede die enkele mondelinge en schriftelijke ophelderingen reeds aanleiding te geven tot verreikende studies en belangwekkende resultaten — zij doen ons met des te grooter verlangen uitzien naar de geologische kaart en het eigenlijk geologisch verslag van den Heer Wertheim zeiven, waarvan natuurlijk mag verwacht worden, dat het de toen zeker nog slechts op voorloopig onderzoek steunende aan prof. Martin verschafte ophelderingen zal aanvullen.

Wat het artikel van Baron van Hoëvell betreft, al is het geen rechtstreeksch gevolg te noemen der plannen, welke ten opzichte der Keygroep gemaakt werden, het mag er toch zeker mede in verband gebracht worden. Zooals de heer Wertheim aan het Bestuur van het Aardr. Gen. schreef (Tijdschr. Versl. en Meded. 1889, p. 85), nadat hij den heer van Hoëvell ontmoet had, was deze met een reis naar de Key- en Aroeeilanden belast geweest, in verband staande met de concessie-aanvraag van den heer Langen, en had hij aan zijn officieel verslag een geographische en ethnographische beschrijving der eilanden toegevoegd, die onder den zoo juist genoemden titel in het Tijdschrift van liet Bat. Genootschap werd opgenomen, doch toen nog niet in druk verschenen was. De heer Wertheim verkreeg van Z. E. den Gouverneur-Generaal van Ned. Indië verlof om deze beschrijving in te zien en er een afschrift van te nemen. Werd dus dit onderzoek van den heer van Hoëvell in hoofdzaak ondernomen in verband met de concessie-aanvraag van den heer Langen en om de toestanden op de afgelegen groep wat grondiger te leeren kennen, het is niet gewaagd te veronderstellen, dat de door het Aardr. genootschap