Het enkel- en meervoud wordt gevormd als in het Maleisch, naamvallen bestaan niet.
De bijvoegelijke naamwoorden worden altijd achter het zelfstandig naamwoord geplaatst. De trappen van vergelijking worden gevormd door achter het bijvoegelijk naamwoord de woorden olSt, riekas en nielissie te voegen, bijvoorbeeld: mittee, zwart, mittee olat, zwarter, mittee riekas , het zwartst, mittee nielissie, te zwart.
De telwoorden zijn tot en met 10 eenvoudig, daarboven vrij samengesteld. Zij zijn: i. salee, loewa, 3. toloe, 4. atee, 5. niema, 6. loome, 7. ietoe, 8. aloe, 9. sieja, 10. hoessa, xi. hoessa ella issa, 12. hoessa ella loewa, 20. hoetoe loewa, 25. hoetoe loewa ella niema, 30. hoetoe toloe, 100. hoetoen, xoi. hoetoen tatie issa, 110. hoetoen hoessa, 125. oetoen hoetoe loewa ella niema, 200. oetoelé loewa, 222. oetoelé loewa hoetoe loewa ella loewa, 300. oetoelé toloe, 1000. oesatie, 1009. oesatie tatie sieja, 1100. oesatie tatie oetoen, 2000. oesatie loewa, 3000. oesatie toloe, 2222. oesaté loewa oetoelé loewa hoetoe loewa ella loewa.
De telwoorden worden ten allen tijde achter het zelfstandig naamwoord geplaatst. De persoonlijke voornaamwoorden zijn: ik = aoe, gij = au, hij = ija, wij=amie, gij = oomie en zij = siejooh. De bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn = aoewee, uw = aumoe, zijn = ijanie, ons = amiemee, uw = oomiepoo, hun = siejooroo.
Met de overige voornaamwoorden is het gesteld als in de Maleische taal, bijvoorbeeld: ini =z sa-anie, itoe rr: sa-am of ja-am, apa = sanie, apaapa = sanie sanie, siapa = siera, siapa siapa — sieja sieja, mana — apa ; saorang toematta salee , satengah-satengah — ha-an ha-an , Sesalee, Samoewa, Sausawiè.
De werkwoorden zijn bijna alle oorspronkelijk en worden slechts zelden van zelfstandige of bijvoegelijke naamwoorden gevormd.