indien men zich bedieüt van de bahasa Hatoeweh, is het noodig hieromtrent eenige bijzonderheden te vermelden.
Zij behoort naar alle waarschijnlijkheid niet tot de oorspronkelijk op Ceram te huis behoorende dialecten, maar is door de negorijen bij hunne vestiging aan het strand overgenomen van de Mahomedaansche vreemdelingen, die zich toenmaals reeds daar gevestigd hadden.
Daar alle negorijen, die de taal van Hatoeweh spreken afstammen van de Patasiwa of de Patalima, is het niet te verwonderen, dat vele Alfoersche woorden behouden zijn gebleven. Een letterschrift bestaat niet en heeft ook nooit bestaan.
De woorden kunnen door ons letterschrift vrij nauwkeurig worden weergegeven. De medeklinkers hebben met uitzondering der g denzelfden klank als in de Hollandsche taal. De g komt overeen met de Hoogduitsche.
Behalve al onze klinkers treft men nog twee andere aan, namelijk de ai en oi, (spreekuit: a-ie en ö-ie). Een bepalend lidwoord bezit de taal van Hatoeweh niet. Ter vervanging daarvan plaatst men achter het zelfstandig naamwoord het aanwijzend voornaamwoord sa-am of ja-am (itoe).
Het niet bepalende lidwoord wordt uitgedrukt door het achtervoegsel issa of het telwoord salee: bijvoorbeeld een mensch, toematta issa of toematta salee.
De zelfstandige naamwoorden zijn meestal oorspronkelijk. Worden zij afgeleid, dan geschiedt dit van werkwoorden door het voorvoegsel aka, bijvoorbeeld, dragen palan, draagstok akapalan, schrijven rhoensie, schrift aka rhoensie.
De bijvoegelijke naamworden als zelfstandige naamwoorden gebezigd ondergaan geene verandering, bijvoorbeeld, boos kahatee, de boosheid kahatee sa-am.
Bestaat een zelfstandig naamwoord uit de samenvoeging van twee anderen, dan heeft dit, in afwijking van het Maleisch, plaats als in onze taal, bijvoorbeeld: kippenei, tëlor ajam = maloelatoen, hertehoorn, tandoekroesa, maairarang hariema.
Van het geslacht kent men alleen het mannelijke en het vrouwelijke. Om dit aan te duiden wordt achter het zelfstandig naamwoord alahieetee = man, pienahieetee = vrouw, geplaatst. Overigens hebben de woorden geen bepaald geslacht. Een uitzondering hierop zijn de woorden ienan, moeder, aman, vader enz., waarvan de toestand of de betrekking reeds het geslacht aangeeft.