kleederen aan, althans voor zoover zij die bezitten. Soms dragen de mannen hierbij hun krijgsgewaad.
Mnziek.
Behalve de gong, de tifa, de rebana en de tahoeri kent de Alfoer van het westelijk gedeelte der afdeeling Wahaai geene muziekinstrumenten.
De gong wordt zelden bij feestelijkheden als muziekinstrument gebezigd doch meest aangewend bij het betalen van verschuldigde harta's als middel om de schuld te vereffenen. Veilig kan men dan ook aannemen, dat zoo er om de een of andere reden harta geeischt moet worden, men bij het bedingen daarvan eerst de gong hoort noemen, voordat men er aan denkt iets anders als eisch te stellen. De gong dient dus hoofdzakelijk als betaalmiddel.
De tifa wordt veel gebruikt bij feestelijkheden evenals de rebana. De rebana is echter een niet zoo algemeen bekend en gezocht instrument als de tifa. De tifa bezigt men altijd, en soms ook de rebana en de gong, om bij dienstreizen van hoofden over zee de scheppers tot gestadig en regelmatig scheppen aan te moedigen. De tahoeri is een blaasinstrument van bamboe vervaardigd. Dit instrument wordt immer bespeeld als men in triomf terug keert uit den oorlog of van het koppensnellen. Dikwijls wordt het gebezigd bij groote feesten en, bijwijze van signaalhoorn, doet het dienst in den oorlog ten einde de aandacht van verwijderde personen tot zich te trekken. Ook in vredestijd wordt het wel eens geblazen bij tochten in de wildernis teneinde zich te vergewissen waar sommige personen zich bevinden, die in andere richtingen marcheeren met het doel om zich naar een en hetzelfde punt te begeven. Dit laatste heeft echter hoogst zelden plaats en zeker nooit zoo men in staat is om door roepen of het maken van schelle keelgeluiden uit te duiden, op welke hoogte men zich bevindt.
Wapens.
De wapenen bij de Alfoeren in gebruik zijn geweren, boog en pijlen (toerana's) lansen parangs en schilden (salawakos).
De hoeveelheid geweren alsmede de soort zijn negorijsgewijze vermeld op den hierbij gevoegden staat. Hoe de Alfoeren in het bezit hiervan zijn gekomen ligt in het duister en vraagt men er hun naar, dan luidt het antwoord: reeds vóór den oorlog met de compagnie hadden wij ze. Vele daarvan zijn echter min of meer defect en sommige totaal onbruikbaar.