geloovig zijn en aan allerlei voorteekenen hechten zoo gebeurt het vaak, dat zij de poging tot snellen opgeven of tot gelegener tijd uitstellen als zij een slang op hun weg aantreffen, als er een doode tak van een boom valt enz. Vreesachtig als zij zijn, is het geritsel of een of ander gedruisch of vreemdsoortig geluid, waarvan zij de oorzaak niet aanstonds verklaren kunnen, dikwijls voldoende, om hun voornemen te laten varen.

Hierboven, bij het oorlogvoeren, werd gezegd, dat zij, die zich het dapperst gedragen hadden in den krijg hoog in aanzien en gunst staan bij vrouwen en meisjes. Evenzoo is dit met de koppensnellers en ofschoon het tegenwoordig volstrekt geen vereischte meer is, dat de Alfoer ten minste één kop moet gesneld hebben, wil hij de hand zijner aangebedene verwerven , toch doet zulks hem rijzen in de achting van het schoone geslacht.

Voor iederen kop, dien de Alfoer gesneld heeft, wordt een teeken gemaakt op zijne tjidako op de wijze als hieronder aangegeven zal worden.

Zoodra een Alfoersch jongeling huwbaar wordt, begint hij ter bedekking van zijn schaamdeel eene tjidako te dragen. Dit kleedingstuk, dat algemeen in gebruik is bij de Alfoeren van het westelijke gedeelte der Afdeeling Wahaai en waarvan voor de mannen slechts éen model bestaat, is vervaardigd van den bast van den pohon tjidako. Van de geklopte vezels van dien bast maakt men de kain tjidako, die om een stuk harden boombast waaraan den vereischten vorm gegeven is, gewikkeld wordt Het stijve gedeelte bedekt de lendenen, terwijl de uiteinden, die enkel bestaan uit kain tjidako zoo lang zijn, dat zij eenige malen om het lichaam geslagen en vastgeknoopt kunnen worden. Op de achterzijde hiervan treft men figuren aan, die hierop met boomsap geteekend worden. Zij die voor het eerst de tjidako dragen, hebben daarop slechts een enkelen ring. Zoodra de Alfoer een kop van een man gesneld heeft, trekt hij om eerstgenoemden ring een tweeden ring met streepjes. Snelt hij slechts eene vrouw dan trekt hij een tweeden ring zonder streepjes orn eerstgenoemden heen. Snelt dezelfde persoon ten tweedemale een man, dan trekt hij een enkelen ring binnen en buiten den ring met streepjes, voor eiken man die daarna door hem gesneld wordt daaromheen éen ring met en éen ring zonder streepjes.

Woningen.

Mannen en vrouwen in ongehuwden staat mogen niet te zamen wonen. Zoodra in een Alfoersch gezin, bestaande uit man, vrouw en eenige kinderen, een der dochters den huwbaren leeftijd nadert, mag zij niet