gunstig teeken voor de negorij A. Reikt deze top niet zoover, dan zal B gelukkig zijn in den strijd.

d. Van de plant manipa doerian wordt een tak genomen en deze van alle bladeren ontdaan, zoodat enkel de steel overblijft. Van dezen steel behoeft men echter slechts eene dëpa (vadem) te gebruiken. De kapitan neemt dit stuk steel ter lengte van een dëpa in beide handen en zorgt, dat de geslotene linkerhand steeds gelijk blijft met het eene uiteinde van de steel. De rechterhand met den gestrekten wijsvinger schuift hij langs den steel vooruit in de richting van het andere uiteinde. Komt de top van dien vinger met dat uiteinde gelijk, dan zijn de kansen voor beide negorijen gelijk. Overschrijdt die top het uiteinde, dan is dit gunstig voor de negorij A, Reikt die top niet zoo ver, dan zal de oorlog nadeelig worden voor A.

e. Midden op de helft eener pinangnoot wordt een weinig sirihkalk gelegd. De kapitan steekt voorzichtig die halve noot in zijn mond, zorgdragende, dat de kalk boven blijft. Even voorzichtig haalt hij daarna de noot er weer uit. Is de kalk ondèr die handeling blijven liggen zoo als deze er op lag, vóórdat de noot den mond inging, dan is dit een bewijs, dat A geluk in den strijd hebben zal. Is de kalk verschoven dan niet.

Bij het aanwenden van deze middelen is een onverstaanbaar geprevel van den kapitan een onmisbaar iets.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat de kapitan de uitkomsten dezer middelen naar willekeur kan regelen. Wil hij den oorlog, dan zijn de resultaten van zijn onderzoek der voorteekenen gunstig anders niet.

Wijzen van oorlog voeren.

Vóór de vestiging van het Nederlandsch gezag op het eiland Ceram, voerden de Alfoersche negorijen menigmaal onderling oorlog. Zulke oorlogen werden gewoonlijk met groote bitterheid gevoerd, en meestal was de overwinnaar niet tevreden, voor dat de negorij der verliezende partij geheel of ten deele verwoest was. De huizen werden in de asch gelegd, have en goed voor zooverre de vluchtelingen dit niet medenemen konden, geroofd en de bevolking, voor zooverre zij zich niet door de vlucht aan hare vervolgers kon onttrekken, gevangen genomen.

Hierbij werd geslacht noch ouderdom ontzien. Mannen, vrouwen en kinderen, die gevangen gemaakt werden, voerde men mede naar de eigen negorij. Dezen werden tot slaven verklaard, moesten als zoodanig al het