Daar er dus geene verdere détail-bewijzen te behandelen zijn, moeten wij nu vooral aantoonen, dat de groote onderstelling van ónze hypothese vervuld is, te weten het eens bestaan bij al deze volken van een strijd tusschen de aanspraak van de moeder en hare verwanten op hare kinderen en die van den vader.
Tot voor weinige jaren werd ongeveer door allen, die zich werkelijk met de vergelijkende studie der sociale ontwikkeling hadden beziggehouden, tamelijk eenstemmig aangenomen, dat het moederrecht eens bij alle volkeren had gegolden, dat het een universeele en noodzakelijke trap in e opvolging der verschillende vormen der familie geweest was. Maar daar de Ethnologie eene zeer jonge wetenschap is en zij toch vooral ook den schijn moet vermijden zoowat eene handlangster van de eene of andere philosophische of sociale theorie te zijn, en daar hare methode vooral niet in de eerste plaats deductief mag wezen, en hare inductien op zeer breede grondslagen moeten rusten, die telkens herzien moeten worden, _ daarom is het zaak dat zij, die de universeele prioriteit van et matriarchaat aannemen, de zeer ernstige kritieken van Staniland Wake'), Starcke 2), Bernhöft») en Westennarek *) niet in een trotsch gevoel van onverwinlijkheid met stilzwijgen beantwoorden, maar in tegendeel, dat zij de feiten en de redeneeringen, die zij voor hunne theorie aanvoeren, nog eens nauwkeurig herzien en aanvullen.
Wij kunnen hier dus evenmin met de bewering volstaan, dat het matriarchaat bij alle volken bestaan heeft en dus ook bij de onze. Het is sekuurder en dus beter, al zijn wij hiervan nog altijd tamelijk wel overtuigd, toch het in ieder geval weer afzonderlijk te bewijzen, al is het slechts door een beroep op een daarin nog niet weerlegd auteur «)
Bij de Alfoeren der Minahassa bestond eertijds exogamie met matriarchaat, terwijl toen de exogamie in de endogamie overging, reeds het patriarchaat bestond (bij de verwante Bolaang-Mongondouers gaat de man "°g blJ de vrouw ^wonen), dus geheel overeenkomstig onze voorstelling
1) «The Development of Marriage and Kinship", 1889.
2) „Die primitive Familie in ihrer Entstehung nnd Entwicklung", 1888
Vin^889GeSChiChte d6S eUr0piiiSChen Farailienrechta" in .Zeitschr f. vergl. Rechtsw.,
4) "The History of Human Marriage", 1891.
5) Zeer behartigenswaardig zeg. Bernhöft (1. c„ p. ,8): .Es kann znnachst dahinge-
f ,bleten' f 68 allgemein Gesetze gibt, nach weichen sich die Entwicke-
lung des Menschengeschlechts vollzieht. Sicber ist, dass solche Gese.ze nicht postnlirt weiden durfen, sondern geschichtlich nachgewiesen werden müssen".