Stoutjesdijk en de opzichter, de heer Keil, zijn dezelfde meening toegedaan.

Wat nu betreft de wenschelijkheid van den aanleg van dezen weg daaromtrent kan wel geen twijfel bestaan. Een enkele blik op de kaart doet het groote nut van den weg aanstonds in het oog springen. De weg zal de eerste en eenige verbinding zijn in Noord Sumatra, van de Oost- met de Westkust. Alle producten, die de geheele Toba-landen mochten unnen leveren, waaronder ook metalen te rekenen, indien die gevonden worden, kunnen langs dezen weg gemakkelijk naar de kust worden afgevoerd; omgekeerd kunnen de bovenstreken van al het noodige voorzien worden tegen veel mindere prijzen dan die welke moeten worden betaald voor goederen van de Westkust afkomstig.

Niet alleen voor de Toba-landen zal de weg de opkomst van handel en verkeer zijn, maar geheel Asahan zal door het openstellen dezer verbinding zeer worden gebaat.

De handel en het verkeer op de rivier en naar boven zullen zich uit-

? f. f" fCeds toenemen, terwijl BandarPoelo, nu nog maar een klein onbeduidend plaatsje, een handelsstation van beteekenis zal worden; ook zullen zeker meer kampongs langs de rivier ontstaan.

Voor het geval de thans gedreven particuliere landbouw in Asahan mocht achteruit- of geheel te niet gaan, zal de gedachte weg voor de welvaart van het land een redmiddel zijn.

Ik geloof ten slotte niet dat ergens eene kortere verbinding van Toba met de Oostkust kan gevonden worden, noch noordwaarts noch zuidwaarts; overal elders om het Toba-meer is het randgebergte veel hooger dan dat i] de Pasir dl Babana; dit toont niet alleen een enkele blik op het omringende land, maar het laat zich daaruit verklaren dat het „meer" bij zijn ontstaan, natuurlijk de laagste plaatsen heeft uitgekozen om zich van het overtollige water naar de kust te ontlasten. De geheele telegraafxjn van Padang Sidempoean over Padang Lawas tot Bandar Poelo kan ij eventueelen aanleg van den weg geheel vervallen; slechts Lagoe Boti

zou met Bandar Poelo moeten verbonden worden over een afstand van ±50 paal.

Labohan Roekoe, 18 April 1892.