echte kinderen, wanneer zij den bastaard niet erkennen of een deel van de erfenis geven willen, hem dooden; en dat niemand hem wreekt, daar hij met niemand verwant is; soms echter erkennen zij hem uit pieteit voor hunnen vader wel, en dan neemt hij gewoonlijk zijnen armen pleegvader tot zich '). — Veel waarschijnlijker is het echter, dat dit motief alleen het gebruik in dit bepaalde geval in stand hield, terwijl het een anderen oorsprong had.
Deze hypothese biedt ter verklaring der volledige fosterage niets aan en schijnt toch ook ter verklaring der gedeeltelijke alles behalve voldoende, daar de wegzending van alle kinderen, zooals toch regel geweest schijnt te zijn, dan toch zeker te ver ging, daar bovendien in het algemeen, behalve bij vorsten, de kinderen in hun eigen familie toch wel het veiligst zullen geweest zijn; bij de Eusofzyes b. v. zou het zenden van de zoons naar een schoolmeester hun toch waarlijk niet veel veiligheid verschaft hebben, integendeel; deze verklaring heeft alleen een zekeren schijn voor zich voor vorstelijke families in zeer wild bewogen tijden; het door haar onderstelde motief kan dus alweder zeer wel in de genoemde omstandigheden meegewerkt hebben om deze zede te behouden, misschien lang nadat de oermotieven vervallen waren, doch tot de verklaring van het eerste ontstaan schijnt zij mij niets bij te dragen.
§ ii. 6e Hypothese. Het vestigen van familiebanden. Maine's voorstelling'.
Eenigszins hieraan verwant is de hypothese, die de beste verdedigers heeft, nl. die van de kunstmatige verwantschap ontstaan door de gemeenschappelijke voeding en gewenscht om hare gevolgen: de vestiging van een nieuwen band, de versterking van bestaande betrekkingen.
Kohier behandelt de fosterage onder den titel van „ktlnstliche Verwantschaft" en zegt hierover in het algemeen: „es ist eine alte Erscheinung, dass das natürliche Band des Bluts, welches zunachst bestimmt ist, die Individuen zu einer höheren Einheit aneinander zu ketten, im Völkerleben nicht genügt und man zu künstlichen Verbindungsmitteln gegriffen hat, um einen sittlichen und rechtlichen Verband der Individuen herzustellen" 2).
Post zegt het volgende van deze kunstmatige verwantschap in al hare
1) J. Von Klaproth, „Reise in den Kaukasus und nach Georgien" (1812), I,p. 517.
2) Kohier in Zeitschr. f. d. vergl. Eechtswiss. V, 1884, p. 415.