voorouders vestigt uwe aandacht op deze ubis" (klappers). Vervolgens maakt hij een beweging met de wan zoodat de vruchten er afvallen. Komen nu beide met de bolle zijden naar boven gekeerd op den grond te liggen, dan blijkt het, dat de naam goed is; vallen zij omgekeerd, dat een andere moet worden gezocht. De proef wordt dan met andere ubi's of klappers herhaald, zoolang totdat het orakel een gunstigen uitslag geeft. Nu worden eenige rijstkorrels op het voorhoofd en de gewrichten van het kind vastgekleefd, opdat het spoedig helder van hoofd worde en sterke ledematen krijge. Nogmaals wordt het nu door de oude vrouw naar buiten gebracht, waar intusschen groote, pyramide-vormige stapels gekookte rijst met toespijzen zijn in gereedheid gebracht, die op groote schotels worden opgedischt. De grootvader of grootmoeder, of, zoo deze reeds overleden zijn, een der oudste verwanten, treedt thans naar voren, neemt den top van de rijstpyramide af, en daarna het kind in de armen, dat hij nu opnieuw driemaal met het rechtervoetje op den grond laat stampen. De bewoners der huizen in den omtrek roepen nu „hoe heet het?" waarop de drager ten antwoord geeft bijv. „hij heet Bad!" Thans spoedt zich ook het jeugdige gedeelte der bevolking naar het kraamhuis, alwaar alle kinderen zonder onderscheid rijkelijk op gekookte rijst worden onthaald. Is het kind het eerste, dan wisselen de ouders van naam en noemen zich vader of moeder van Bad.

Als eindelijk ook de veertigste dag verstreken is, wordt het kraamhuis in orde gebracht om de talrijke gasten, die bij den feestmaaltijd, welke straks zal volgen, mede zullen aanzitten, behoorlijk te kunnen ontvangen. Den ochtend van dit feest, wordt de kraamvrouw in optocht naar een nabijzijnde bron geleid, en aldaar plechtig gebaad, waarna weder naar huis gekeerd wordt om met genoemden maaltijd deze ceremonie te besluiten. Ieder keert daarna weder tot zijn gewone bezigheden terug, doch de baker wordt met een klein geschenk voor hare zorgen schadeloos gesteld. De moeder zorgt van nu af zelf voor haar spruit.

Tot dusverre was er alleen sprake van een normale verlossing; hoe men zich gedraagt, wanneer deze niet gaat, zooals wel gewenscht is, zullen wij derhalve thans nog kortelijk nagaan. Het komt natuurlijk voor, hoewel zelden, dat de partus belemmeringen ondervindt, hetzij doordat de weeën niet krachtig genoeg zijn, hetzij doordat inwendige abnormaliteiten, deze in den weg staan. Opdat het perineum niet scheure, wordt in zulke gevallen, de barende in een hurkende houding gebracht waarna haar eenige walgingwekkende dranken worden toegediend, terwijl men ten overvloede haar de hoofdharen in den keel duwt om toch