die de jongeling ontving en den uitzet der bruid naar de gereedliggende prauw te brengen en daarin op te bergen. Is dat geschied, dan noodigt de bruidegom zijn bruid uit om mede te gaan, waartoe hij een zijner mannelijke familieleden naar hare woning zendt om haar te gaan halen. Deze verwittigt, bij haar gekomen, haar van het doel zijner zending en neemt haar, als zij toestemt te volgen, in zijn armen om haar over den drempel en den trap der woning af te dragen. Vóór dat hij deze verlaat, wordt hij echter aan de deur tegengehouden door een ouderen huisslaaf, die een stuk goud als zoengeld ontvangt en hem daarna doorlaat. Op den grond gekomen, zet hij de bruid neder, doch wanneer zij de poort van het dorp hebben bereikt, wordt haar geleider opnieuw den weg versperd, ditmaal door de negarigenooten, die ook met een stuk goud of wel een kleine lilah worden tevreden gesteld. Nu gaat het regelrecht zonder verder oponthoud naar de prauw, waarin de bruid plaats neemt. Vertrekken kan het vaartuig evenwel nog niet, daar nog het slaapmatje, het hoofdkussen, de sirih-doos en de draagmand der bruid moeten worden gebracht, alle voorwerpen die zij op haren trouwdag weder noodig zal hebben. Ieder der brengers wordt met een goudstuk voor deze moeite beloond.

Is eindelijk alles behouden in de prauw, dan is het zaak om zoo spoedig mogelijk te trachten, het ruime sop te bereiken, daar de negaribewoners de prauw vast willen houden en den opvarenden beletten dit voornemen uit te voeren. Gelakt hun dit, dan moet de bruidegom zich opnieuw door het geven van een geschenk in goud loskoopen, daarna mag hij echter ongehinderd vertrekken '). De riemen worden dan in het water gebracht en langzaam voortbewogen op de maat van de tifa en de fluit, terwijl eenige personen vóór op de plecht van het vaartuig dansen uitvoeren. Is de afstand zoo groot geworden, dat men elkander nog beroepen kan, dan heffen de roeiers een driemaal lang gerekt ja jauk bejo aan, dat door de kijkers op het strand op dezelfde wijze wordt beantwoord. De steven wordt thans gewend en regelrecht gaat het nu naar het geboortedorp van den bruidegom.

Aldaar voor de reede gekomen, wordt het vaartuig met saluutschoten begroet en door de geheele dorpsbevolking opgewacht, die zich haast, zoodra men is ontscheept, naar de bruid toe te gaan en haar als welkomstgeschenk een hartvormige sirihdoos met een daarin liggende

1) Deze ceremonies zijn natuurlijkerwijze survivals uit den tijd dat de exogamie en het patriarchaat zich begonnen te ontwikkelen, toen de man zijn vrouw nog moest schaken.