geestgrond, die het dorp draagt en door de „Dinsdagsche Wetering'' gesneden wordt. Gaandeweg worden weder de grenzen van geestgrond en weiland flauwer en bij de boerderij „Bouwlust" wordt de samenhangende strook afgebroken. Zij zet zich evenwel nog voort in een tweetal vrij duidelijke eilandjes met bouwgrond; het eerste en grootste draagt de boerderijen „Westerwijk" en „De Krom", het tweede eindigt kort voor het Kanaal van Katwijk.
De duinen der Noordwijkerhoutsche Geest zijn lager dan de zeeduinen en evenzoo dan die van Hillegoin; ter hoogte van de boerderij „Sasbergen" versmelten zij met de gewone zeeduinen, maar zijn er naar het Z. W. van gescheiden door het vrij breede en duidelijke dal van den „Noordzijder Polder", welks beide oevers rechtstreeks door duinen gevormd worden en dus zeer scherp zijn. Aan het boveneinde is het dal natuurlijk het hoogst en het droogst en bezit kleine duintjes, waardoor de begrenzing minder scherp en dus eenigszins willekeurig is. Aan het benedeneinde is tusschen Noordwijk-aan-Zee en Noord wij k-binnen een stuk geestgrond aanwezig, waarschijnlijk door overstuiving ontstaan, waardoor de monding nagenoeg werd afgesloten en de afwatering belemmerd. Om hieraan te gemoet te komen werd de afwateringsbeek van den Noordzijder-Polder, aan haar boveneinde „Donderdagsche-" en aan haar benedeneinde „Woensdagsche-Wetering" geheeten, dwars door den geestgrond van Noordwijk heen verlengd, onder den naam van „Dinsdagsche Wetering", om zoo in de „Maandagsche Wetering" uit te komen en met de „Noordwijksche Vaart" in het Nieuwe Kanaal.
De Noordzijder Polder, het Noordwijksche duindal, werd door ons het eerst onderzocht en wij kwamen hier spoedig tot eene theoretische verklaring van zijn ontstaan, die met eenige wijziging ook voor de andere dalen en geulen proefhoudend bleek. Evenals in elk typisch dal neemt het duidelijk in hoogte toe van het midden naar de zijden en van het einde naar het begin.
Vergeleken met de Haagsche groep van binnenduinen en geestgronden zijn de Leidsche veel samengestelder. Terwijl wij bij den Haag slechts 3 strooken konden onderscheiden: i°. Voorschoten—Rijswijk, 2°. Huis ten Deyl—Haagsche Bosch en 30. Wassenaar—Waalsdorp—Ockenburg, zoo zijn er ten N. W. van Leiden niet minder dan 6, die zich naar het N.O. gaandeweg met elkander vereenigen, en wel: 1°. Poelgeest—Warmond, 2°. Sassenheim—Lisse, 30. Teylingen—Wassergeest—Huis Spekken, 40. Voorhout—Drechsberg—Keukenhof (deze drie vereenigen zich ter hoogte van Lisse), 50. Huis ter Lucht—Kronestein, 6°. Noordwijk—Noordwij-