bij Delft wordt door lagere en lagere terreinen omgeven, de laagste bevatten o. a. de Wateringsche Droogmakerijen en de dorpen Kethel, Schipluiden en Pijnacker. Een langwerpig terrein van 0—0,5 M. — A. P. grijpt tongvormig in de geestgronden bij Naaldwijk in, een ander kleiner, van j I)SM. A. P., is daaraan ongeveer gelijkvormig en tusschen Naaldwijk 'en 's Gravesande geheel door de geestgronden omgeven.
Wij zien dus: i° dat de strook geestgrond van Voorschoten-Rijswijk toch in werkelijkheid doorloopt naar Poeldijk en het verdere Westland, maar alleen plaatselijk (bij Wateringen, enz.) lager en tevens breeder is geworden, 20 dat er eene korte en breede geul, in de richting Wateringen—Schipluiden—Kethel aanwezig is, ten deele weder met veen opgevuld en vrij wel loodrecht staande op het Haagsche Polderdal, en 30 dat de strook geestgrond het laagst is, waar deze beide geulen of dalen tot elkander naderen; dit stuk is dus als het ware tegelijk rug en geul, rug ten opzichte van de dalen ten N. W. en Z.O., geul ten opzichte van de
ruggen ten N. O. en ten Z. W.
Naar aanleiding van een der opstellen, in den aanvang dezer verhandeling genoemd, wenschen wij er nog eens nadruk op te leggen, dat het einddoel van dit onderzoek niet was het aantal doode feiten te vermeerderen, door te beschrijven, hoe een haast onzichtbaar dal hier zus loopt en elders weder een ander zoo. Aan die enkele feiten heeft men o. 1. bitter weinig, zoo zij niet den grondslag uitmaken van eene wordingsgeschiedenis van een gedeelte onzes vaderlands. Eerst dan verkrijgen de doode feiten leven.
Hoofdstuk II.
Binnenduinen tnssclien den Ouden Rijn en Haarlem.
Het was hier, dat wij onze onderzoekingen in-loco het eerst aanvingen en dat ons het verschijnsel in zijn geheel het eerst duidelijk werd, redenen waarom wij ook de binnenduinen in onze oorspronkelijke verhandeling in dezelfde volgorde behandelden. Natuurlijk kan het m an Ier opzicht verkieslijk zijn de behandeling regelmatig van het Z. naar het . . te laten voortgaan, zooals wij dan ook in deze omwêrking hebben gedaan Wij zagen boven, dat de beide smalle duindalen van Wassenaar en het Huis-ten-Deyl, evenals het groote Haagsche Polderdal, ter hoogte van Wassenaar en Voorschoten in de groote vlakte der lagere gron en (wei