Binnenhof, Buitenhof, Stadhuis, Vijverberg en Groote Kerk. Hierop volgt dan ten Z. O. het lagere gedeelte van de stad, in de richting van het station H. IJ. S. M., en men ziet in de Veenestraat bij de Groenmarkt, bijv. eene zeer duidelijke helling in die richting (wij schatten het hoogteverschil op 1/2 M.). Intusschen beslaat dit oudste gedeelte niet de geheele breedte van den strook geestgrond; zij vertoont in het klein hetzelfde verschijnsel, dat wij meer in het groot reeds leerden kennen, want zeewaarts volgt hierop eene flauwe laagte met den Dierentuin, de Oranjekazerne en de Koninklijke Stallen. Deze iets lagere strook is weder door eene iets hoogere bègrensd, waarop het Plein 1813 en het Prins-HendrikPlein, eveneens in vroegeren geestgrond. Het nieuwste gedeelte der stad, het zoogenaamde Indische Kwartier met de Banka-, Celebes-, Sumatra-, Soenda-, Malakkastraat, enz., behoort tot de eigenlijke duinstrook , ligt merkbaar hooger en is dientengevolge ook het gezondste. Keeren wij nu nog even tot het oudste gedeelte der stad terug. Evenals dit ten N. W. en ten Z. O. door iets lagere gronden begrensd wordt, zoo is het ook ten Z. W., men ziet hier in verscheidene oude straten duidelijke hellingen, die men door eene lijn kan vereenigen, zooals wij op de kaart hebben gedaan. Wij bedoelen de „Gedempte Spui, Spuistraat, Veenestraat, Jan Hendrikstraat, Assendelftstraat, Lage Westeinde, Slijkeinde, Breedstraat, Prinsenstraat, Molenstraat, Noordeinde en Willemstraat." Naar drie kanten loopt dit terrein dus af, naar de vierde is het echter iets hooger en droger; men vindt hier kleine, maar zeer duidelijke duintjes, die het Haagsche Bosch dragen en daarmede in N. O. richting ophouden. Het is thans duidelijk waarom onze voorvaderen zich op de plaats hebben nedergezet, waar zich thans het Binnenhof met de Loterijzaal bevindt, het was op een droog plekje, een eiland, te midden van moerassige gronden.
Het terrein met duintjes, algemeen bekend als het „Haagsche Bosch", grenst ten Z. O. aan de reeds meermalen besproken laagte of geul (met uiterst flauw hellende oevers trouwens) en wordt aan alle andere zijden door vlakken geestgrond omgeven. In dezelfde (N. O.) richting verder gaande, komt ter weerszijden van den schilderachtig schoonen straatweg van Den Haag naar Leiden weder eene lange strook gronds met duidelijke binnenduinen, waarop een aantal bekende buitenplaatsen zijn aangelegd: „Beukenhorst, Groot-Hoefijzer, Raaphorst, Backershagen" enten slotte de bekende uitspanning „Huis ten Deyl." Hier eindigen de duinen, zonder door drogen geestgrond omgeven te zijn, evenmin als aan de Z. O. of N. W. zijde.