II. Tusschen den Ouden Rijn en Haarlem.
III. Tusschen Haarlem en het Noordzeekanaal.
IV. Ten noorden van het Noordzeekanaal tot Alkmaar. V. Op Goedereede en Voorne.
Hoofdstuk I.
Binnenduiuen tusschen 's Gfraïesande en den Ouden Rijn.
Voor ieder, die zich met de aardrijkskunde van Nederland heeft bezig gehouden, is het eene bekende zaak, dat de duinen tusschen Monster en den Rotterdamschen Waterweg zeer smal en laag zijn en dat de kust hier buitengewone verdedigingsmiddelen — de Delflandsche Hoofden — behoeft, om voor verderen afslag bewaard te blijven. Van Monster, N.O.waarts gaande, neemt de duinenrij snel in breedte toe, maar kort voor Loosduinen ziet men een langgerekte vlakte met weilanden optreden, door den straatweg van Loosduinen naar zee (Badhuis Kijkduin) gesneden , en aan eiken bezoeker van dit badhuis wèlbekend. Hier hebben wij dus ons eerste duindal en onze eerste binnenduinen. De laatste trouwens worden tegenwoordig sterk afgegraven om in de behoefte aan zand in de omgeving, bijzonder in Den Haag, te voorzien. De tot vervoer van zand gegraven vaarten maken natuurlijk de afwatering dier binnenduinen naar binnen (Z.O.) toe gemakkelijk ten koste van die naar buiten (N.W.). In vroegere jaren werd door laatstgenoemde afwatering „De Beek" gevoed, die door het Duindal naar Den Haag stroomde en zoo „De Vijver" voedde. Tegenwoordig bestaat „De Beek" als natuurlijk water niet meer, ten minste gedurende het grootste gedeelte des jaars. Reeds tijdens de regeering van Willem II werd daarom ter hoogte van Eikenduinen een stoomgemaal opgericht, dat het water uit de Loosduinsche vaart oppompte en zoo De Beek van versch (?) stroomend water voorzag.
De helling nu van dit duindal, „Segbroek" geheeten, is duidelijk van het Z. W. naar het N. O., de Waterstaatskaart geeft evenwel geene hoogtecijfers aan; echter had de heer Van de Velde, burgemeester van Loosduinen, de welwillendheid op ons verzoek een paar waterpassingen te doen verrichten. Aan het snijpunt van „De Beek" en den straatweg naar Kijkduin werd voor de hoogte van het maaiveld gevonden het cijfer 2,25 M. -)- A. P. en bij het bovenvermelde stoomgemaal zM.-(-A. P.
Vooral de rechter (Z.O.) oever van het Segbroek is zeer duidelijk en